NJB 2021/508
Schuld in het verkeer, art. 6 WVW 1994: in casu kon het hof oordelen dat sprake is van schuld, mede erop gelet dat de verdachte in de avondschemering, zonder tevoren of tijdens zijn manoeuvre richting aan te geven, met zijn auto vanuit een parkeerhaven scherp naar links sturend een 80 kilometerweg is opgereden om op die weg te keren, waarna een botsing plaatsvond met een van links naderende motorrijder, welke motorrijder niet door de verdachte is gezien, terwijl deze gedurende circa vier seconden voor de botsing voor hem zichtbaar moet zijn geweest
HR 02-02-2021, ECLI:NL:HR:2021:128
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 februari 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien en A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/03564
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Handhaving verkeersvoorschriften
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Verkeersrecht / Aansprakelijkheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:128, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑02‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1248, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑11‑2020
- Wetingang
(art. 6 WVW 1994)
Essentie
Schuld in het verkeer, art. 6 WVW 1994: in casu kon het hof oordelen dat sprake is van schuld, mede erop gelet dat de verdachte in de avondschemering, zonder tevoren of tijdens zijn manoeuvre richting aan te geven, met zijn auto vanuit een parkeerhaven scherp naar links sturend een 80 kilometerweg is opgereden om op die weg te keren, waarna een botsing plaatsvond met een van links naderende motorrijder, welke motorrijder niet door de verdachte is gezien, terwijl deze gedurende circa vier seconden voor de botsing voor hem zichtbaar moet zijn geweest
Uitspraak
Inleiding
Verdachte is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.