JOR 2014/199
Vordering UWV gebaseerd op artikel 403-verklaring niet bevoorrecht
HR 11-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:904
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 april 2014
- Magistraten
F.B. Bakels
- Zaaknummer
13/02597
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
Vermogensrecht (V)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:904, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:92, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑02‑2014
- Wetingang
BW art. 2:403, 3:287, 3:288, 6:142; WW art. 66
Essentie
Vordering UWV gebaseerd op artikel 403-verklaring niet bevoorrecht
Samenvatting
Op 11 november 2003 heeft Econcern NV (hierna: Econcern) een artikel 403-verklaring gedeponeerd welke inhoudt dat zij zich hoofdelijk aansprakelijk stelt voor uit rechtshandelingen voortvloeiende schulden van haar dochtermaatschappij Innogrow International BV (hierna: Innogrow). Econcern en Innogrow zijn inmiddels failliet verklaard. Op grond van artikel 66 lid 1 WW zijn loonaanspraken van werknemers van Innogrow overgegaan op het UWV (eiseres) ter zake waarvan UWV een vordering in het faillissement van Econcern heeft ingediend. De curatoren hebben de vordering voorlopig erkend, met uitzondering van het ingeroepen voorrecht. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.