RAV 2024/55
Schadevergoeding. Onder welke omstandigheden dient bij de begroting van schade wegens verlies van verdienvermogen rekening te worden gehouden met inkomsten uit zwart werk van vóór de aansprakelijkheidvestigende gebeurtenis?
HR 12-04-2024, ECLI:NL:HR:2024:568
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 april 2024
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, G.C. Makkink, K. Teuben
- Zaaknummer
23/00563
- Conclusie
A-G mr. S.D. Lindenbergh
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS968530:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:568, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑04‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:1203, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 22‑12‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑02‑2023
- Wetingang
Essentie
Schadevergoeding. Verlies van arbeidsvermogen. Inkomsten uit zwart werk. Stelplicht en bewijslast benadeelde.
Onder welke omstandigheden dient bij de begroting van schade wegens verlies van verdienvermogen rekening te worden gehouden met inkomsten uit zwart werk van vóór de aansprakelijkheidvestigende gebeurtenis?
Samenvatting
Verweerder heeft een eenmanszaak op het gebied van onder andere internetproducten. Op 9 januari 2015 heeft hij werkzaamheden verricht in opdracht van een basisschool van de Stichting Islamitisch Primair Onderwijs Rijnmond (SIPOR). Tijdens het uitvoeren van die werkzaamheden is verweerder van een ladder gevallen als gevolg waarvan hij enkelletsel heeft opgelopen. Achmea heeft als aansprakelijkheidsverzekeraar van SIPOR aansprakelijkheid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.