Einde inhoudsopgave
Regeling aanvraag- en veilingprocedure vergunningen 800, 900 en 1800 MHz
Artikel 11
Geldend
Geldend vanaf 16-04-2012
- Bronpublicatie:
06-01-2012, Stcrt. 2011, 392 (uitgifte: 22-12-2011, regelingnummer: WJZ/10146523)
- Inwerkingtreding
16-04-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-01-2012, Stcrt. 2011, 392 (uitgifte: 22-12-2011, regelingnummer: WJZ/10146523)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
1.
De aanvrager is een privaatrechtelijke rechtspersoon naar Nederlands recht of het equivalent daarvan naar het recht van een van de overige lidstaten van de Europese Unie of een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en heeft zijn statutaire zetel, zijn hoofdbestuur of zijn hoofdvestiging binnen de Europese Economische Ruimte.
2.
De aanvrager voldoet voorts aan de volgende eisen:
- a.
de aanvrager verkeert niet in staat van faillissement of liquidatie;
- b.
de aanvrager is geen surseance van betaling verleend, noch is door de aanvrager surseance van betaling aangevraagd, en
- c.
er is geen beslag gelegd op een aanmerkelijk deel van het vermogen dan wel een of meer bedrijfsmiddelen van de aanvrager die een aanmerkelijk deel van het vermogen van de aanvrager vormen.
3.
Met de eisen van het tweede lid worden gelijkgesteld zodanige eisen volgens het recht van een van de andere lidstaten van de Europese Unie of een van de andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.
4.
Binnen zes weken na het tijdstip, bedoeld in artikel 9, eerste lid, stelt de minister vast of de aanvrager wiens aanvraag in behandeling is genomen, voldoet aan de eisen, bedoeld in het eerste en tweede lid, en of hij een nieuwkomer is. Deze termijn kan eenmalig met ten hoogste vier weken worden verlengd.
5.
Indien uit de aanvraag niet blijkt dat aan de eisen, bedoeld in het eerste en tweede lid, is voldaan, wijst de minister de aanvraag af.