Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel
Artikel 24 Verzwarende omstandigheden
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2008
- Bronpublicatie:
16-05-2005, Trb. 2006, 99 (uitgifte: 12-05-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-05-2010, Trb. 2010, 160 (uitgifte: 25-05-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
Elke Partij waarborgt dat de volgende omstandigheden worden beschouwd als verzwarende omstandigheden bij de strafbepaling voor overeenkomstig artikel 18 van dit Verdrag strafbaar gestelde feiten:
- a.
het strafbare feit heeft door opzet of grove nalatigheid het leven van het slachtoffer in gevaar gebracht;
- b.
het strafbare feit werd tegen een kind gepleegd;
- c.
het strafbare feit werd door een overheidsfunctionaris gepleegd tijdens de uitoefening van zijn/haar taken;
- d.
het strafbare feit werd gepleegd in het kader van een criminele organisatie.