NJ 2017/238
Onrechtmatige daad. Vermelding namen bankmedewerkers in boek over bank onrechtmatig?; opkomen werkgever voor belangen werknemers op voet art. 7:611 BW (goed werkgeverschap); botsing recht op privacy en vrijheid van meningsuiting (art. 8, 10 EVRM).
HR 31-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:569, m.nt. E.J. Dommering
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
31 maart 2017
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/02639
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Noot
E.J. Dommering
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124356:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Privacy / Algemeen
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Informatierecht / Media
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:569, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 31‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:19, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑01‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑05‑2016
- Wetingang
Essentie
Onrechtmatige daad. Vermelding namen bankmedewerkers in boek over bank onrechtmatig?; opkomen werkgever voor belangen werknemers op voet art. 7:611 BW (goed werkgeverschap); botsing recht op privacy en vrijheid van meningsuiting (art. 8, 10 EVRM).
Rabobank komt in dit geding als werkgever op voor haar (oud-)werknemers, die volgens haar worden geschaad door een publicatie waarin zij een rol spelen in verband met de werkzaamheden die zij als werknemer voor hun werkgever verrichten. Met betrekking tot een dergelijke publicatie kan een werkgever een vordering instellen ter bescherming van de werknemers. De werkgever komt de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.