Einde inhoudsopgave
Wet zeevarenden
Artikel 70
Geldend
Geldend vanaf 03-05-2014
- Bronpublicatie:
25-09-2013, Stb. 2013, 381 (uitgifte: 17-10-2013, kamerstukken: 33442)
- Inwerkingtreding
03-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-04-2014, Stb. 2014, 161 (uitgifte: 02-05-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Een vaarbevoegdheidsbewijs, afgegeven aan een zeevarende voor het tijdstip waarop artikel I, onderdelen M en XX, van het bij koninklijke boodschap van 13 oktober 2012 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Wet zeevarenden, de Scheepvaartverkeerswet en de Wet op de economische delicten in verband met de implementatie van de wijziging van de bijlage bij het STCW-Verdrag en de STCW-Code en enige andere onderwerpen op het terrein van de zeevaartbemanning (Kamerstukken II 2012/2013, 33 442, nr. 2), nadat dat voorstel tot wet is verheven, in werking treden, behoudt zijn geldigheid overeenkomstig de daarop aangegeven einddatum indien de zeevarende aantoont de in artikel 19a, tweede lid, bedoelde bijscholings- en herhalingstrainingen te hebben gevolgd.
2.
Een vaarbevoegdheidsbewijs, afgegeven aan een zeevarende voor het in het eerste lid bedoelde tijdstip, behoudt zijn geldigheid overeenkomstig de daarop aangegeven einddatum maar uiterlijk tot 1 januari 2017, indien de zeevarende niet aantoont de in artikel 19a, tweede lid, bedoelde bijscholings- en herhalingstrainingen te hebben gevolgd.