Einde inhoudsopgave
Wet zeevarenden
Artikel 19a
Geldend
Geldend vanaf 15-11-2019
- Bronpublicatie:
24-10-2019, Stb. 2019, 416 (uitgifte: 14-11-2019, kamerstukken: 35194)
- Inwerkingtreding
15-11-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-11-2019, Stb. 2019, 417 (uitgifte: 14-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden aanvullende beroepsvereisten vastgesteld, anders dan die bedoeld in artikel 19, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, voor de uitoefening van specifieke functies of werkzaamheden aan boord. Hieronder worden voor functies op schepen, waarop het STCW-Verdrag van toepassing is, in ieder geval begrepen de trainingen, genoemd in de hoofdstukken V en VI van de bijlage bij dat verdrag.
2.
Zeevarenden volgen voorafgaand aan hun tewerkstelling aan boord van een schip de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vereiste bijscholings- of herhalingstrainingen.
3.
De in het eerste en tweede lid bedoelde opleidingen kunnen op aanvraag door Onze Minister worden erkend.
4.
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot:
- a.
de aanvraag voor de erkenning;
- b.
de intrekking van de erkenning.
5.
Onze Minister stelt de criteria vast op grond waarvan een aanvraag voor een erkenning wordt beoordeeld.