Rechtsbescherming van ondernemers in aanbestedingsprocedures
Einde inhoudsopgave
Rechtsbescherming van ondernemers in aanbestedingsprocedures (R&P nr. VG7) 2013/2.3.4.1:2.3.4.1 Inleiding
Rechtsbescherming van ondernemers in aanbestedingsprocedures (R&P nr. VG7) 2013/2.3.4.1
2.3.4.1 Inleiding
Documentgegevens:
mr. A.J. van Heeswijck, datum 28-11-2013
- Datum
28-11-2013
- Auteur
mr. A.J. van Heeswijck
- JCDI
JCDI:ADS577232:1
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Europees aanbestedingsrecht
EU-recht / Rechtsbescherming
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Aanbestedingsrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De Rechtsbeschermingsrichtlijnen maken (impliciet) onderscheid tussen precontractuele en postcontractuele rechtsmiddelen.1 De precontractuele rechtsmiddelen zijn erop gericht schendingen van de aanbestedingsregels ongedaan te maken, zodat inschrijvers die door deze schendingen in hun belangen zijn of dreigen te worden geschaad, een kans behouden op het verwerven van de opdracht. De postcontractuele rechtsmiddelen zijn in de meeste lidstaten beperkt tot toekenning van schadevergoeding. De Rechtsbeschermingsrichtlijnen bevatten geen voorschriften over termijnen die in acht moeten worden genomen, voordat een overeenkomst wordt gesloten. Dit deed afbreuk aan de doeltreffendheid van de beroepsmogelijkheden en werd om die reden door de Europese wetgever als lacune in de rechtsbescherming van ondernemers beschouwd.2 In geval van een onwettige onderhandse gunning, die door het HvJ als “een zeer ernstige schending van het communautaire aanbestedingsrecht” is aangemerkt,3 ontbraken zelfs in het geheel mogelijkheden om de schending ongedaan te maken.4 De Europese wetgever wilde deze zwakke punten verhelpen door de Rechtsbeschermingsrichtlijnen aan te scherpen. De Wijzigingsrichtlijn heeft tot doel de bepalingen over de precontractuele rechtsmiddelen te verduidelijken en hun doeltreffendheid te verhogen.5
De Wijzigingsrichtlijn strekt tot wijziging van de bestaande Rechtsbeschermingsrichtlijnen. De Rechtsbeschermingsrichtlijnen uit 1989 en 1992 zijn dus niet ingetrokken. De wijzigingen bestaan met name uit een aanvulling van de bestaande voorzieningen. De oorspronkelijke bepalingen van de Rechtsbeschermingsrichtlijnen zijn afgezien van enkele tekstuele wijzigingen niet aangepast. In deze paragraaf komen alleen bepalingen van de Rechtsbeschermingsrichtlijnen aan de orde die in de Wijzigingsrichtlijn zijn geïntroduceerd. In paragraaf 3.4.2 komen de opschortings- en vervaltermijnen aan bod. Paragraaf 3.4.3 is gewijd aan de gronden voor ‘onverbindendheid’. De gevolgen van ‘onverbindendheid’ en de alternatieve sancties komen vervolgens in paragraaf 3.4.4 aan de orde. In paragraaf 3.4.5 wordt tot slot aandacht besteed aan termijnen.