RvdW 2014/630
Art. 81 lid 1 RO. Familierecht. IPR. Kort geding. Vaststelling omgangsregeling in afwachting verzoek om teruggeleiding kinderen naar de VS. Aansluiting bij door Amerikaanse rechter vastgestelde omgangsregeling. Buiten grenzen rechtsstrijd? Hoogte opgelegde dwangsommen.
HR 25-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:999
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 april 2014
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
13/02388
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:999, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:189, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑03‑2014
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Familierecht. IPR. Kort geding. Vaststelling omgangsregeling in afwachting verzoek om teruggeleiding kinderen naar de VS. Aansluiting bij door Amerikaanse rechter vastgestelde omgangsregeling. Buiten grenzen rechtsstrijd? Hoogte opgelegde dwangsommen.
Partij(en)
[de moeder], eiseres tot cassatie, adv.: mr. P.S. Kamminga,
tegen
[de vader] ,te Verenigde Staten van Amerika, verweerder in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P. Vlas:
1. Feiten en procesverloop
1.1
De relevante feiten in cassatie zijn als volgt.1. Partijen zijn op 2 mei 1999 in New Brunswick, New Jersey, Verenigde Staten van Amerika (VS), met elkaar gehuwd. Uit dit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.