RvdW 2017/28
Poging doodslag op medewerkers Koninklijke Marine na kaping schip in Somalië: voldoende gelegenheid belastende getuige te ondervragen.
HR 06-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2762
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 december 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.F. Faase, M.J. Borgers
- Zaaknummer
15/03756
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2762, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1067, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑01‑2016
- Wetingang
Art. 6 lid 3 onder d EVRM
Essentie
Poging tot doodslag op medewerkers van de Koninklijke Marine na de kaping van een schip in Somalië. Het hof kon oordelen dat de verdachte bij het verhoor door de R-C van getuige G1 een behoorlijke en effectieve gelegenheid heeft gehad tot het stellen van vragen en dat derhalve art. 6 lid 3 onder d EVRM niet is geschonden. Daaraan doet niet af dat de verdediging ten tijde van dat verhoor niet de beschikking had over de verklaring die getuige G2 een aantal dagen daarvoor had afgelegd.
Samenvatting
Het middel klaagt erover dat de verdediging t.t.v. het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.