Richtlijn 2006/111/EG betreffende de doorzichtigheid in de financiële betrekkingen tussen lidstaten en openbare bedrijven en de financiële doorzichtigheid binnen bepaalde ondernemingen
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 20-12-2006
- Bronpublicatie:
16-11-2006, PbEU 2006, L 318 (uitgifte: 17-11-2006, regelingnummer: 2006/111/EG)
- Inwerkingtreding
20-12-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-11-2006, PbEU 2006, L 318 (uitgifte: 17-11-2006, regelingnummer: 2006/111/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
Om de in artikel 1, lid 2, bedoelde doorzichtigheid te waarborgen, nemen de lidstaten de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat voor elke tot het voeren van een gescheiden boekhouding verplichte onderneming:
- a)
de interne rekeningen voor de verschillende activiteiten gescheiden zijn;
- b)
alle kosten en opbrengsten, op grond van consequent toegepaste en objectief te rechtvaardigen beginselen inzake kostprijsadministratie, correct worden toegerekend;
- c)
de beginselen inzake kostprijsadministratie volgens welke de gescheiden boekhouding wordt gevoerd, duidelijk zijn vastgelegd.
2.
Lid 1 is slechts van toepassing op activiteiten die niet onder de toepassing van specifieke door de Gemeenschap vastgestelde bepalingen vallen, en laat de verplichtingen die voor de lidstaten uit het Verdrag of uit deze specifieke bepalingen voortvloeien, onverlet.