JAR 2016/301
De rechtsgrond voor toewijzing van een billijke vergoeding op grond van artikel 7:681 BW is reeds gegeven met het oordeel dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. In deze zaak blijkt van een vooropgezet plan om de werknemer op staande voet te kunnen ontslaan. Dit acht het hof zeer verwijtbaar.
Hof 's-Hertogenbosch 10-11-2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:5001
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
10 november 2016
- Magistraten
Mrs. M. van Ham, M.J.H.A. Venner-Lijten, M.E. Smorenburg
- Zaaknummer
200 194 056_01
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2016:5001, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 10‑11‑2016
- Wetingang
Art. 7:671, 7:677, 7:678, 7:681 BW
Essentie
Een werknemer wordt op non-actief gesteld op het moment dat de werkgever een ontbindingsverzoek indient. Als de vordering van de werknemer tot tewerkstelling in kort geding wordt toegewezen, roept de werkgever de werknemer op om op gesprek te komen. In dat gesprek maakt de werkgever kenbaar dat zij niet wil dat de werknemer nog komt werken en dat zij met een voorstel zou komen. Als de werkgever daarna laat weten dat de werknemer de volgende ochtend weer moet komen, blijkt zij niet te willen praten over een minnelijke regeling zoals de werknemer verwachtte, maar krijgt de werknemer de opdracht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.