Prg. 2022/258
Belang van de werkgever om werknemer nog een zekere tijd in dienst te houden, speelt geen rol bij de belangenafweging van artikel 7:653 BW. Ook niet als personeelstekort het bedrijfsdebiet aantast.
HR 17-06-2022, ECLI:NL:HR:2022:894
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 juni 2022
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, S.J. Schaafsma, G.C. Makkink, K. Teuben
- Zaaknummer
20/03561
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:894, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑06‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1082, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑11‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑12‑2020
- Wetingang
Art. 7:653 BW
Essentie
Arbeidsrecht. Als werknemer bij concurrent in dienst treedt, komt bedrijfscontinuïteit in gevaar door personeelsgebrek, hetgeen ten koste gaat van het bedrijfsdebiet. Strekt concurrentiebeding ertoe dit belang te waarborgen?
Nee. Belang van werkgever om werknemer nog zekere tijd in dienst te houden, speelt geen rol bij belangenafweging van artikel 7:653 BW.
Samenvatting
Volgens het hof is het concurrentiebeding van artikel 7:653 BW bedoeld om het bedrijfsdebiet van werkgever – de opgebouwde knowhow en goodwill – te beschermen en is het niet bedoeld om werknemers te binden. Het enkele feit dat een werknemer kennis en ervaring ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.