NJF 2020/249
Procesrecht. Rechterswisseling na comparitie en getuigenverhoor. Geen schending onmiddellijkheidsbeginsel.
Hof Amsterdam 09-06-2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:1498
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
9 juni 2020
- Magistraten
Mrs. M.M. Korsten-Krijnen, E.E. van Tuyll van Serooskerken-Röell, S.B. van Baalen
- Zaaknummer
200.252.428/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2020:1498, Uitspraak, Hof Amsterdam, 09‑06‑2020
- Wetingang
Art. 155 Rv
Essentie
Procesrecht. Rechterswisseling na comparitie en getuigenverhoor. Geen schending onmiddellijkheidsbeginsel.
Samenvatting
Deze zaak heeft een lange voorgeschiedenis met een eerdere rechtszaak die voor deze samenvatting verder niet relevant is. In de onderhavige zaak heeft appellant schadevergoeding van de bank gevorderd in verband met de executoriale verkoop van zijn bedrijfspand (en zijn woning). Het hof onderzoekt of de rechtbank de regels heeft geschonden ten aanzien van de rechterswisseling na comparitie en getuigenverhoor. De rechter die namelijk op de comparitie heeft gezeten en de getuigen heeft gehoord heeft niet (mede) het eindvonnis gewezen waarin is opgenomen een bewijswaardering na gehouden getuigenverhoor. In ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.