V-N Vandaag 2021/1810
Bewijsvermoeden inzake kennelijk onbehoorlijk bestuur na ruzie tussen bestuurders
HR 09-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1099
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 juli 2021
- Zaaknummer
19/05871
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1099, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑07‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1012, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑10‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑12‑2019
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het hof ten aanzien van het wettelijke bewijsvermoeden bij schending van de boekhoudplicht ten onrechte heeft overwogen dat de bestuurders geen beroep kunnen doen op het handelen van een andere bestuurder.
Samenvatting
A bv en haar dochter-bv's zijn gespecialiseerd in het leggen van snelle internetverbindingen op bijzondere locatie's zoals op kerktorens en vuurtorens. In 2009 ontstaat ruzie tussen de aandeelhouders. In 2011 gaan de bv's failliet. In geschil is of de curator diverse aandeelhouders, alsmede hun persoonlijke holdings (hierna: de bestuurders) terecht aansprakelijk stelt voor het tekort. Hof Arnhem-Leeuwarden stelt de curator in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.