HR, 12-03-2013, nr. 12/01626
ECLI:NL:HR:2013:BZ3629
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12-03-2013
- Zaaknummer
12/01626
- Conclusie
Mr. Vegter
- LJN
BZ3629
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2013:BZ3629, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑03‑2013; (Cassatie)
In cassatie op: ECLI:NL:GHSGR:2012:BW1039, Niet ontvankelijk
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ3629
ECLI:NL:PHR:2013:BZ3629, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑02‑2012
Arrest gerechtshof: ECLI:NL:GHSGR:2012:BW1039
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2013:BZ3629
- Vindplaatsen
Uitspraak 12‑03‑2013
Inhoudsindicatie
De HR verklaart het beroep in cassatie o.g.v. art. 80a RO niet-ontvankelijk.
12 maart 2013
Strafkamer
nr. S 12/01626
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 26 maart 2012, nummer 22/003830-11, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. M.R. Mantz, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vegter heeft schriftelijk het standpunt ingenomen dat het cassatieberoep met toepassing van art. 80a RO niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom - gezien art. 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal - het beroep niet-ontvankelijk verklaren.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst, als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en V. van den Brink, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken op 12 maart 2013.
Conclusie 12‑02‑2012
Mr. Vegter
Partij(en)
Nr. 12/01626
Mr. Vegter
Zitting: 12 februari 2012
Standpunt/conclusie inzake:
[Verdachte]
1.
Het cassatieberoep richt zich tegen een beslissing van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 26 maart 2012. Er is tijdig een schriftuur houdende een middel van cassatie ingekomen.
2.
Het middel is evident kansloos, omdat het de duidelijke strekking van vaste rechtspraak miskent.
3.
Het standpunt is dat verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het beroep in cassatie, nu het middel klaarblijkelijk niet tot cassatie kan leiden.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG