Einde inhoudsopgave
Wet giraal effectenverkeer
Artikel 38 [Deelgenoten girodepot]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2016
- Bronpublicatie:
29-10-2015, Stb. 2015, 428 (uitgifte: 24-11-2015, kamerstukken: 34198)
- Inwerkingtreding
01-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2015, Stb. 2015, 504 (uitgifte: 16-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
1.
Zij aan wie de in bewaring gegeven effecten aan toonder of ter opname in een girodepot geleverde effecten op naam toebehoorden op het tijdstip waarop zij door het centraal instituut ter bewaring in ontvangst zijn genomen dan wel aan het centraal instituut zijn geleverd, worden vanaf dat tijdstip in het girodepot gerechtigd als deelgenoten, gezamenlijk met hen die in dat girodepot op het tijdstip van de bewaargeving of levering reeds gerechtigd waren.
2.
Bewaargeving van effecten aan toonder of levering van effecten op naam door de instelling die de effecten heeft uitgegeven aan een centraal instituut ter opname van die effecten in een girodepot, heeft tot gevolg dat de aangesloten instelling ten gunste van wie de effecten worden bijgeschreven, alsdan in het girodepot gerechtigd wordt als deelgenoot, gezamenlijk met hen die daarin op dat tijdstip reeds gerechtigd waren. De effecten maken vanaf het moment van opname in het girodepot deel uit van de verzameldepots van de desbetreffende aangesloten instellingen.
3.
Het aandeel in een girodepot staat op naam van de aangesloten instelling.
4.
Het aandeel wordt berekend naar evenredigheid van de hoeveelheid van de door de aangesloten instelling ingebrachte of geleverde effecten, dan wel door de instelling die de effecten heeft uitgegeven overeenkomstig het tweede lid geleverde effecten.