Einde inhoudsopgave
Wet giraal effectenverkeer
Artikel 34 [Girodepot]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2016
- Bronpublicatie:
29-10-2015, Stb. 2015, 428 (uitgifte: 24-11-2015, kamerstukken: 34198)
- Inwerkingtreding
01-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2015, Stb. 2015, 504 (uitgifte: 16-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
1.
Alleen een centraal instituut kan girodepots in de zin van deze wet houden.
2.
Het centraal instituut bepaalt welke effecten tot een door hem gehouden girodepot kunnen behoren.
3.
Het centraal instituut bepaalt welke effecten die tot een door hem gehouden girodepot kunnen behoren, voor de toepassing van deze wet als effecten van dezelfde soort worden beschouwd.
4.
Ten aanzien van iedere soort effecten die tot een girodepot kunnen behoren bestaat een afzonderlijk girodepot.
5.
Een aangesloten instelling is bevoegd tot bewaargeving of levering ter opname in het girodepot van tot een verzameldepot behorende effecten aan een centraal instituut zonder de medewerking van de andere deelgenoten.