Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/584
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Effectenlease. Adviseren door tussenpersoon in zin HR 2 september 2016, NJ 2017/9 (B/Dexia) en HR 12 oktober 2018, NJ 2019/98 (T/Dexia); beleggingsadvies; maatstaf; gezichtspunten. Doorgeven van order door tussenpersoon; eigen schuld; afwijking hofmodel?
HR 10-06-2022, ECLI:NL:HR:2022:862
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 juni 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
21/02798
- Conclusie
plv. P-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:862, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑06‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:19, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑01‑2022
- Wetingang
Art. 1, 3 Richtlijn 93/22/EEG; art. 1 onderdeel b ten 1e Richtlijn 93/22/EEG; art. 4 lid 1 onder 1, bijlage I Deel A Richtlijn 2004/39/EG; art. 1, 7, 10 Wte 1995; art. 1.1 (oud) Wft; art. 41 NR 1999; art. 25 NR 1995; art. 6:101 BW
Essentie
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Effectenlease. Adviseren door tussenpersoon in zin HR 2 september 2016, NJ 2017/9 (B/Dexia) en HR 12 oktober 2018, NJ 2019/98 (T/Dexia); beleggingsadvies; maatstaf; gezichtspunten. Doorgeven van order door tussenpersoon; eigen schuld; afwijking hofmodel?
Samenvatting
De in deze beslissing te geven antwoorden hebben betrekking op de periode dat het gedragstoezicht op het effectenverkeer wettelijk geregeld was in de Wte 1995, dat wil zeggen vanaf 31 december 1995 tot 1 januari 2007. Het antwoord op de vraag wanneer een beleggingsovereenkomst — ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.