Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 515/97 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften
Artikel 28
Geldend
Geldend vanaf 25-03-1997
- Bronpublicatie:
13-03-1997, PbEG 1997, L 82 (uitgifte: 22-03-1997, regelingnummer: 515/97)
- Inwerkingtreding
25-03-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-03-1997, PbEG 1997, L 82 (uitgifte: 22-03-1997, regelingnummer: 515/97)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Instituties
Douane (V)
1.
Indien de acties als bedoeld in artikel 27, lid 1, worden uitgevoerd, kan de volgende informatie of een deel daarvan worden verzameld en doorgegeven aan de DIS-partner die de acties heeft voorgesteld:
- a)
het feit dat de goederen, het vervoermiddel, het bedrijf of de persoon waarop de signalering betrekking had, zijn of is aangetroffen;
- b)
plaats, tijdstip en reden van de controle;
- c)
route en bestemming van de reis;
- d)
begeleidende personen of inzittenden van het vervoermiddel;
- e)
gebruikt vervoermiddel;
- f)
meegenomen voorwerpen;
- g)
omstandigheden waaronder de goederen, het vervoermiddel, het bedrijf of de persoon werden of werd aangetroffen.
Wanneer deze informatie wordt verzameld tijdens een onopvallende controle, dient er op te worden toegezien dat het geheime karakter van het toezicht niet in het gedrang komt.
2.
In het kader van een gerichte controle als bedoeld in artikel 27, lid 1, kunnen personen, vervoermiddelen en voorwerpen worden onderzocht, voorzover zulks is toegestaan en plaatsvindt in overeenstemming met de wetten, regelingen en procedures van de lidstaat waar het onderzoek plaatsvindt. Indien de gerichte controle naar het recht van een lidstaat niet is toegestaan, zet die lidstaat deze automatisch om in waarneming dan wel onopvallende controle.