NJB 2017/979
De term ‘deelnemen’ in de zin van art. 2.2 APV Amsterdam 2008: deze term komt een eigen betekenis toe. Voldoende voor een bewezenverklaring van ‘deelnemen’ in de zin van deze bepaling is dat de verdachte een bijdrage heeft geleverd aan de dreiging die van een groep uitgaat door deel uit te maken van die groep. Voor zover het middel derhalve steunt op de opvatting dat voor het bewijs van deelneming aan een samenscholing is vereist dat de verdachte zelf een dreigende houding heeft aangenomen, kwade bedoelingen heeft gehad of bedreigend is overgekomen, faalt het nu die opvatting geen steun vindt in het recht.Verzet tegen ontruiming van kraakpand. Meningsuiting versus het beletten van de politie een aangekondigde ontruiming van een kraakpand door te zetten door middel van de uitoefening van feitelijke dwang: in casu kon het hof oordelen dat ‘de samenkomst tot doel had een confrontatie met de ME op te zoeken en de ontruiming (fysiek) te verhinderen’ en dat aldus ‘geen sprake was van een manifestatie in de zin van de WOM’ en dat de gedragingen van de aanwezigen dan ook vallen onder de werking van art. 2.2 van de APV Amsterdam 2008. Het in art. 11 EVRM beschermde recht van vrije vereniging noopt in een geval als het onderhavige niet tot een ander oordeel. Volgens vaste rechtspraak van het EHRM strekt art. 11 EVRM immers niet tot bescherming van ‘a demonstrationwheretheorganisersandparticipants have violent intentions’ (vgl. EHRM 1 december 2011, 8080/08 en 8577/08, Schwabe en M.G. vs. Duitsland)
HR 11-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:668
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 april 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
15/04387
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Vastgoedrecht / Leegstand
Staatsrecht / Decentralisatie
Staatsrecht / Grondrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:668, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:260, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 10‑01‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑06‑2016
- Wetingang
(art. 11 EVRM; APV Amsterdam)
Essentie
De term ‘deelnemen’ in de zin van art. 2.2 APV Amsterdam 2008: deze term komt een eigen betekenis toe. Voldoende voor een bewezenverklaring van ‘deelnemen’ in de zin van deze bepaling is dat de verdachte een bijdrage heeft geleverd aan de dreiging die van een groep uitgaat door deel uit te maken van die groep. Voor zover het middel derhalve steunt op de opvatting dat voor het bewijs van deelneming aan een samenscholing is vereist dat de verdachte zelf een dreigende houding heeft aangenomen, kwade bedoelingen heeft gehad of bedreigend is overgekomen, faalt het nu die opvatting geen steun ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.