Einde inhoudsopgave
Besluit bijzondere spoorwegen
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Railvervoer
1.
De artikelen 1 tot en met 4, 69, 76, eerste lid, 77, 80, 86 tot en met 91 en 97 van de wet, en de artikelen 1 tot en met 10, 12 tot en met 19 en 26 van dit besluit, zijn niet van toepassing op bijzondere spoorwegen:
- a.
met een nominale spoorwijdte van minder dan 500 millimeter; of
- b.
die zijn aan te merken als een attractie- of speeltoestel als bedoeld in het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023.
2.
De artikelen 3, 4, 69, 76, eerste lid, 77, 80, 86 tot en met 91 en 97 van de wet en de artikelen 3 tot en met 10, 12 tot en met 16, 18, 19 en 26 van dit besluit zijn niet van toepassing op bijzondere spoorwegen die gelegen zijn binnen een niet vrij voor het publiek toegankelijk terrein van een bedrijf.
3.
De artikelen 3, 4, 69, 88 tot en met 91 en 97 van de wet en de artikelen 3 tot en met 9, 12 tot en met 17 en 26 van dit besluit zijn niet van toepassing op bijzondere spoorwegen of gedeelten daarvan waarvan de bijzondere spoorweginfrastructuur of een deel daarvan is verwijderd of die op een andere wijze voor gebruik ontoegankelijk zijn gemaakt.