RBP 2014/94
Benoeming deskundige. Wanneer kan de benoeming van een deskundige in zaken van kinderbeschermingsmaatregelen geweigerd worden?
HR 05-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2632
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 september 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/06407
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- JCDI
JCDI:ADS919631:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2632, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑09‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:580, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑06‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑12‑2013
- Wetingang
Art. 810a lid 2, 284 lid 1 jo, 194 t/m 200 Rv
Essentie
Benoeming deskundige.
Wanneer kan de benoeming van een deskundige in zaken van kinderbeschermingsmaatregelen geweigerd worden?
Samenvatting
In een procedure waarin de vader en de moeder over en weer hebben verzocht om een wijziging van het ouderlijk gezag over hun dochters, heeft de Raad voor de Kinderbescherming - die door de rechter was gevraagd te rapporteren over het gezag en de mogelijkheden van een omgangsregeling – ambtshalve verzocht de dochters onder toezicht te stellen. Verzoekster tot cassatie – de moeder – heeft het verzoek tot onder toezichtstelling bestreden en, subsidiair, zowel bij de kinderrechter als bij het gerechtshof tevergeefs ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.