AB 2015/252
Verplichting tot ambtshalve toetsing aan het EU-recht. EU-regel gelijkwaardig aan een regel van openbare orde in de zin van het nationale recht.
HvJ EU 04-06-2015, ECLI:EU:C:2015:357, m.nt. R. Ortlep (Faber)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
4 juni 2015
- Magistraten
A. Tizzano, S. Rodin, A. Borg Barthet, M. Berger, F. Biltgen
- Zaaknummer
C-497/13
- Noot
R. Ortlep
- Roepnaam
Faber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS921385:1
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Vermogensrecht / Europees vermogensrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Staatsrecht / Rechtspraak
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2015:357, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 04‑06‑2015
ECLI:EU:C:2014:2403, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 27‑11‑2014
- Wetingang
Essentie
Verplichting tot ambtshalve toetsing aan het EU-recht. EU-regel gelijkwaardig aan een regel van openbare orde in de zin van het nationale recht.
Samenvatting
In feite heeft het Hof op grond van het effectiviteitsbeginsel en niettegenstaande strijdige bepalingen van nationaal recht geëist dat de nationale rechter een aantal bepalingen van richtlijnen van de Unie inzake consumentenbescherming ambtshalve toepast. Die eis is gerechtvaardigd door de overweging dat het door die richtlijnen uitgewerkte beschermingsstelsel op de gedachte berust dat de consument zich tegenover de verkoper in een zwakke onderhandelingspositie bevindt en over minder informatie dan de verkoper beschikt en dat er ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.