JWB 2002/215
Getuigenverklaring, kantonrechter, goede procesorde
HR 07-06-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE0651
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
7 juni 2002
- Zaaknummer
C00/266HR
- LJN
AE0651
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Rechter
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE0651, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑06‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE0651, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑06‑2002
- Wetingang
Art. 88 lid 3 Rv; art. 166 Rv; art. 81 RO
Essentie
Getuigenverklaring, kantonrechter, goede procesorde
Samenvatting
Casus
Tussen de verweerders in cassatie bestaat een geschil over de toepasselijkheid van de CAO. In het kader daarvan is een procedure bij de kantonrechter aanhangig gemaakt, waarin gevorderd werd om het achterstallige salaris uit te betalen. De kantonrechter heeft bij een tussenvonnis een comparitie van partijen gelast. Van de gehouden comparitie is geen proces-verbaal opgemaakt. De kantonrechter heeft een vonnis gewezen. In hoger beroep is door de Rechtbank bewijslevering aan de werkgever opgedragen. Deze heeft meerdere getuigen opgeroepen, onder andere ook de kantonrechter, de eiser tot cassatie. Deze laatste is van mening dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.