RvdW 2012/374
Verbranden van een lijk cfm art. 151 Sr.
HR 28-02-2012, ECLI:NL:HR:2012:BR2841
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 februari 2012
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
S 10/00117
- Conclusie
A-G Aben
- LJN
BR2841
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Staatsrecht / Decentralisatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BR2841, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑02‑2012
- Wetingang
Essentie
1. Onder ‘verbranden’ van een lijk (ter verhulling van het overlijden of de oorzaak daarvan) cfm art. 151 Sr is niet alleen het cremeren, dus tot as reduceren, daarvan te verstaan.
2. De rechtvaardigingsgrond van art. 189 lid 3 Sr is niet van overeenkomstige toepassing op art. 151 Sr.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 18 december 2009, nummer 20/000584-09, in de strafzaak tegen: P. Adv. mr. D. Moszkowicz en mr. H.M.W. Daamen, te Maastricht.