NJ 2021/247
Noodweer? Oordeel hof dat niet aan proportionaliteitseis is voldaan, is niet zonder meer begrijpelijk.
HR 15-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:2013, m.nt. N. Jörg
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 december 2020
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
19/03044
- Conclusie
A-G mr. B.F. van Keulen
- Noot
N. Jörg
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS280037:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:2013, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:1184, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑11‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑07‑2020
- Wetingang
Art. 41 lid 1 Sr
Essentie
’s Hofs verwerping van het beroep op noodweer is ontoereikend gemotiveerd. Het oordeel van het hof dat niet aan de proportionaliteitseis is voldaan, is niet zonder meer begrijpelijk.
Samenvatting
Confrontatie rivaliserende motorclubs. De verdachte is veroordeeld voor poging doodslag, meermalen gepleegd. De cassatiemiddelen komen op tegen de verwerping door het hof van het beroep op noodweer en klagen onder meer over het oordeel van het hof dat niet is voldaan aan de proportionaliteitseis.
De Hoge Raad herhaalt de relevante overwegingen uit het overzichtsarrest HR 22 maart 2016, NJ 2016/316, m.nt. N. Rozemond m.b.t. de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.