BNB 2011/242
Heffingsrente. Voorlopige teruggaaf algemene heffingskorting te hoog gelet op inkomen echtgenoot. Achterwege blijven nadere voorlopige aanslag leidt niet tot schending zorgvuldigheidsbeginsel
HR 17-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ8230, m.nt. J.A.R. van Eijsden
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 juni 2011
- Magistraten
Mrs. Van den Berge, Schaap, Heisterkamp, Feteris, Koopman
- Zaaknummer
10/03209
- Noot
J.A.R. van Eijsden
- LJN
BQ8230
- JCDI
JCDI:ADS171911:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Fiscaal bestuursrecht / Rente
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑06‑2011
ECLI:NL:HR:2011:BQ8230, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑06‑2011
- Wetingang
Art. 30f AWR
Essentie
Heffingsrente. Voorlopige teruggaaf algemene heffingskorting te hoog gelet op inkomen echtgenoot. Achterwege blijven nadere voorlopige aanslag leidt niet tot schending zorgvuldigheidsbeginsel
Samenvatting
Voortzetting zaak HR, BNB 2010/52c*.
Belanghebbende heeft in 2001 verzocht om een voorlopige teruggaaf van de algemene heffingskorting voor 2002. Haar is in januari 2002 een voorlopige aanslag opgelegd waarbij voorlopige teruggaaf is verleend. Naar aanleiding van de aangifte voor 2002 van haar echtgenoot, gedaan op 24 april 2003, is belanghebbende in december 2005 een aanslag opgelegd waarbij zij een bedrag moest betalen. Bij beschikking is belanghebbende heffingsrente in rekening gebracht. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.