Hof 's-Gravenhage, 04-10-2002, nr. 2200009302
ECLI:NL:GHSGR:2002:AE8963
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
04-10-2002
- Zaaknummer
2200009302
- LJN
AE8963
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHSGR:2002:AE8963, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 04‑10‑2002; (Hoger beroep)
Einduitspraak: ECLI:NL:GHAMS:2005:AU0353
- Wetingang
Uitspraak 04‑10‑2002
Inhoudsindicatie
-
Partij(en)
parketnummer 0992571101
datum uitspraak 4 oktober 2002
tegenspraak
GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE meervoudige kamer voor strafzaken
ARREST
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de
arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage van 21 november 2001 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte]
1. Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 13, 18 en 20 september 2002.
2. Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, waarvan een kopie in dit arrest is gevoegd.
3. Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht jaar, met aftrek van voorarrest.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
4. Het verzoek tot nadere oproeping van de getuige [naam]
De verdediging heeft het verzoek gedaan M.R.J. [naam] als getuige nader te doen oproepen. Ter terechtzitting is gebleken dat deze getuige op 19 mei 2001 op Curaçao in detentie is geraakt en aldaar op 23 december 2001 op vrije voeten is gesteld en onder begeleiding naar Nederland is vertrokken. Blijkens actuele GBA-informatie is evenwel van deze getuige geen woon- of verblijfplaats in Nederland bekend, terwijl ingewonnen informatie uit het bevolkingsregister van het Eilandgebied Curaçao heeft uitgewezen dat deze getuige thans evenmin in dat register is opgenomen. Van enige detentie is niet gebleken. Door of namens de verdachte zijn geen gegevens verstrekt die uitzicht zouden kunnen bieden op het traceren van de woon- of verblijfplaats van deze getuige. Aldus doet zich de situatie voor dat het onaannemelijk is dat deze getuige binnen een aanvaardbare termijn ter terechtzitting van dit hof zal verschijnen, zodat het hof van de nadere oproeping van deze getuige afziet, een en ander zoals bedoeld in artikel 288 lid 1 sub a Wetboek van Strafrecht.
5. Beoordeling van het vonnis
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
6. Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan op de wijze als is vermeld in de hierna ingevoegde bijlage die van dit arrest deel uitmaakt.
BIJLAGE
dat hij op 24 maart 2001 te 's-Gravenhage, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven te beroven opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg met een pistool meermalen heeft geschoten op en in de richting van het lichaam van die [slachtoffer] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Hetgeen ter zake meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijf-fouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
7. Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandig-heden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest met de bewijsmiddelen vereist in een aan dit arrest gehechte bijlage worden opgenomen.
8. nadere bewijsoverwegingen
8.1
Het hof ziet geen reden om de geloofwaardigheid van de ter terechtzitting in hoger beroep gehoorde getuigen [naam] en [naam], voor zover hun verklaringen voor het bewijs zijn gebezigd, in twijfel te trekken. De door de advocaat-generaal en de verdediging gesignaleerde incongruenties in de verklaringen van deze getuigen acht het hof van zodanig ondergeschikt belang alsmede verklaarbaar door de schokkende gebeurtenissen waarvan zij ooggetuigen zijn geweest, dat deze aan de geloofwaardigheid van die verklaringen geen afbreuk kunnen doen.
8.2
Aan de hand van de verklaring van de getuige [naam] in samenhang met de verklaring van de getuige [naam] oordeelt het hof dat de verdachte tijd had zich te beraden op het besluit om het slachtoffer dood te schieten, zodat voor hem de gelegenheid heeft bestaan over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad na te denken en zich daarvan rekenschap te gegeven.
In het bijzonder blijkt uit voormelde getuigenverklaringen dat de verdachte eerst toen de mishandelingen een einde hadden genomen en het slachtoffer weerloos en nauwelijks meer bij bewustzijn op straat lag, vanuit de Cristal de Herenstraat is overgestoken naar de plaats waar het slachtoffer zich bevond, zich aanvankelijk van het slachtoffer leek te verwijderen, om zich vervolgens om te draaien en een schietwapen uit zijn binnenzak te pakken, dat wapen met gestrekte arm op het slachtoffer te richten en enkele malen op het slachtoffer te schieten.
Uit deze gang van zaken blijkt dat de poging tot levensberoving door de verdachte niet het gevolg is geweest van een ogenblikkelijke gemoedsbeweging, maar van een kil voornemen tot executie, beraamd in de -zij het korte- tijdspanne gelegen tussen de beëindiging van de mishandelingen en het trekken van het schietwapen. Dat de verdachte na het afvuren van de schoten -zoals de getuige [naam] verklaart- "...alsof er niets aan de hand was het pistool weer in zijn binnenzak stopte, zich omdraaide en weer rustig verder liep...", past evenmin bij een ogenblikkelijke gemoedsbeweging maar geheel bij een weloverwogen handeling.
Aldus acht het hof de voorbedachte raad, zoals in de tenlastelegging bedoeld, bewezen.
9. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Poging tot moord.
10. Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
11. Strafmotivering
De advocaat-generaal mr. Renckens heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden vrijgesproken en dat de in beslag genomen goederen (een
pistool, munitie en patroonhouder) zullen worden onttrokken aan het verkeer.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte bevond zich in een café, toen daar een van de aanwezigen werd doodgeschoten. Cafégasten hebben zich vervolgens op de vermoedelijke schutter gestort en deze gruwelijk mishandeld.
Verdachte heeft hierna op korte afstand van de vermoedelijke schutter, die inmiddels weerloos en nauwelijks meer bij bewustzijn op straat lag, een aantal malen welbewust op diens lichaam geschoten. Het is een wonder dat het slachtoffer deze schoten, die in zijn lichaam zijn terechtgekomen, heeft overleefd.
De verdachte heeft zich aldus -op kille wijze eigenrichting plegend- schuldig gemaakt aan een van de ernstigste levensdelicten die de wet kent en daarmee niet alleen het leven van een medemens ernstig bedreigd, met alle gevolgen van dien voor het slachtoffer, maar zich ook schuldig gemaakt aan een feit met een voor de rechtsorde schokkend karakter, mede gelet op de omstandigheid dat hij de schoten op het slachtoffer heeft gelost in een drukbezochte uitgaansbuurt.
Voorts is komen vast te staan dat de verdachte, blijkens een hem betreffend uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 20 augustus 2002, al eens is veroordeeld voor het plegen van een moord, hetgeen hem er kennelijk niet van heeft weerhouden het onderhavige feit te plegen, zulks terwijl hij recent uit de detentie, die hij wegens die moord onderging, was ontslagen.
Het hof is dan ook van oordeel dat alleen een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende reactie vormt.
12. Beslag
De inbeslaggenomen voorwerpen, te weten een zwart pistool merk Smith & Wesson, type Springfield Mass, een
patroonhouder met 15 patronenen en 12 losse patronen dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het ongecontroleerde bezit van deze aan de verdachte toebehorende voorwerpen, die bij gelegenheid van het onderzoek voor het door hem begane feit zijn aangetroffen, terwijl die voorwerpen kunnen dienen tot het begaan van feiten als bewezenverklaard, in strijd is met de wet en het algemeen belang.
13. Toepasselijke wettelijke voorschriften
Beslissing
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen ter zake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde het hierboven vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van ACHT JAAR.
Bepaalt dat de tijd, die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover
die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Verklaart onttrokken aan het verkeer een zwart pistool merk Smith & Wesson, type Springfield Mass, een
patroonhouder met 15 patronen en 12 losse patronen, een en ander volgens aangehechte beslaglijst.
Dit arrest is gewezen door mrs. Van Nievelt, Van Boven en Bijloos, in bijzijn van de griffier mr. Berkepeis.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 4 oktober 2002.
Mr. Bijloos is buiten staat dit arrest te ondertekenen.