De nota van toelichting bij het Besluit van 24 april 2012 (Stb. 201) waarbij ‘mefedron’ (4-methylmethcathinon) op lijst I van de Opiumwet is geplaatst houdt onder meer in: ‘Het in artikel I, tweede lid, van dit besluit genoemde middel mefedron is een synthetisch cathinon. Het middel mefedron wordt geacht soortgelijke farmacologische effecten te hebben als andere middelen die op lijst I van de Opiumwet staan, zoals MDMA of cocaïne. Het gebruik van het middel mefedron kan leiden tot ernstige schade aan de gezondheid’ (p. 3). Vgl. ook Kamerstukken II 2011/12, 33 044, nr. 3, p. 7 en 9-10. Met de plaatsing op lijst I van de Opiumwet werd uitvoering gegeven aan het Besluit van de Raad van 2 december 2010 betreffende het onderwerpen van 4-methylmethcathinone (mephedrone) aan controlemaatregelen (2010/759/EU; PbEU 2010, L 322/44). Uit de overwegingen in dat besluit kan worden afgeleid dat de verplichting voor lidstaten om mephedrone te onderwerpen aan controlemaatregelen en strafrechtelijke sancties is ingegeven door de gezondheidsrisico’s die gepaard gaan met het gebruik van mephedrone. In die overwegingen noch in de nota van toelichting bij het Besluit van 24 april 2012 wordt melding gemaakt van een toepassing als grondstof voor MDMA (etc.). Ik merk nog op dat mephedrone niet is opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake drugsprecursoren (PbEU 2004, L 47/1), zoals laatstelijk gewijzigd door Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1737 van de Commissie van 14 juli 2020 (PbEU 2020, L 392/1).
HR, 18-05-2021, nr. 18/00947
ECLI:NL:HR:2021:732
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18-05-2021
- Zaaknummer
18/00947
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2021:732, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑05‑2021; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2021:278
In cassatie op: ECLI:NL:GHSHE:2018:700
ECLI:NL:PHR:2021:278, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑03‑2021
Arrest gerechtshof: ECLI:NL:GHSHE:2018:700
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2021:732
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2021-0144
Uitspraak 18‑05‑2021
Inhoudsindicatie
Medeplegen voorbereidingshandelingen voor productie van synthetische drugs (art. 10a.1.3 Opiumwet. Bewijsklacht. Kan uit bewijsmiddelen volgen dat verdachte de stoffen voorhanden heeft gehad? Bewezenverklaring houdt o.m. in dat verdachte natriumboorhydride, formamide, APAAN en piperonyl methyl keton voorhanden heeft gehad. Deze onderdelen van bewezenverklaring kunnen echter niet z.m. worden afgeleid uit gebruikte bewijsvoering. ‘s Hofs uitspraak is ten aanzien daarvan dus ontoereikend gemotiveerd. Volgt partiële vernietiging en terugwijzing. Samenhang met 18/00946 en 18/02278.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/00947
Datum 18 mei 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 16 februari 2018, nummer 20/000534-16, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986,
hierna: de verdachte.
1. Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben R.J. Baumgardt, P. van Dongen en S. van den Akker, allen advocaat te Rotterdam, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak wat betreft de beslissingen over het onder 1 tenlastegelegde en de strafoplegging en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch teneinde in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
2.1
Het cassatiemiddel klaagt onder meer dat de bewezenverklaring van het onder 1 tenlastegelegde ontoereikend is gemotiveerd, omdat uit de door het hof gebruikte bewijsmiddelen niet zonder meer kan volgen dat de verdachte de stoffen natriumboorhydride, piperonal, formamide, APAAN en piperonyl methyl keton voorhanden heeft gehad.
2.2.1
Ten laste van de verdachte is onder 1 bewezenverklaard dat:
“hij in de periode van 28 februari 2013 tot en met 23 mei 2014 in Nederland, meermalen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken en vervaardigen van (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA en/of MDA en/of MDEA en/of amfetamine en/of methamfetamine, zijnde middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, wist dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten, hebbende hij, verdachte, natriumboorhydride en piperonal en formamide en alphaphenylacetoacetonitril (APAAN) en piperonyl methyl keton en andere chemicaliën en grondstoffen bestemd voor de productie van MDMA en/of MDA en/of MDEA en/of amfetamine en/of methamfetamine, besteld en gekocht en geïmporteerd en betaald en voorhanden gehad.”
2.2.2
Deze bewezenverklaring steunt op de bewijsmiddelen zoals weergegeven in de conclusie van de advocaat-generaal onder 6.
2.2.3
Het hof heeft een namens de verdachte gevoerd verweer als volgt samengevat en verworpen:
“De verdediging heeft van dit feit vrijspraak bepleit. Zij heeft daartoe - op de gronden als nader verwoord in haar pleitnota - aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat de in de tenlastelegging genoemde stoffen door verdachte zijn besteld, gekocht, geïmporteerd en betaald en dat die stoffen in de machtssfeer van verdachte zijn gekomen.
Het hof overweegt hieromtrent - grotendeels overeenkomstig de rechtbank - als volgt.
Uit de gebruikte bewijsmiddelen blijkt het volgende.
Verdachte en medeverdachte [medeverdachte] werden in de strafzaak met de naam […] verdacht van het medeplegen van voorbereidingshandelingen voor de productie van synthetische drugs (o.a. de invoer van apaan uit China) in de periode van 27 januari 2012 tot en met 28 juni 2012. Op 25 januari 2013 is de voorlopige hechtenis van beide personen geschorst.
In februari 2013 is het bedrijf [A] vervolgens opgericht. Uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel blijkt dat [A] in hoofdzaak een groothandel in elektronische en telecommunicatie apparatuur en bijbehorende onderdelen is en dat het bedrijf actief is in de wereld van draadloze telecommunicatie. Verdachte en medeverdachte [medeverdachte] zijn ieder voor 50% aandeelhouder van dit bedrijf en zij zijn ook de bestuurders van dit bedrijf.
Op 7 maart 2014 is op Schiphol een zending ter invoer aangeboden. De zending was afkomstig van [B] en bestemd voor [A] Volgens de invoice van [B] van 5 maart 2014 zou de inhoud 20 kg phenylsalicylate bevatten, maar uit onderzoek bleek dat de zending de stof natriumboorhydride betrof. Dit is een stof die als reductiemiddel kan worden gebruikt bij de productie van amfetamine, metamfetamine, MDMA, MDA en MDEA. De partij zou moeten worden bezorgd bij [A] op het adres [a-straat 1] te [plaats] . Dit is het woonadres van verdachte. Het contacttelefoonnummer voor vervoerder DHL was [003] . Volgens het uittreksel van de Kamer van Koophandel was dit het telefoonnummer van verdachte. Het prepaid contactnummer voor de zending natriumboorhydride ( [001] ) komt voor in de telefoon van de echtgenote van verdachte.
In de administratie van [A] (welke administratie is aangetroffen in het door [A] in het verleden gehuurde pand aan de [b-straat 1] te [plaats] ) zijn schriftelijke bescheiden aantroffen waaruit blijkt dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] handel dreven met bedrijven in China. Er zijn onder andere formulieren aangetroffen waaruit blijkt van een geldtransactie van verdachte aan [betrokkene 1] bij de Western Union Money Transfer op 28 februari 2013, van een betaling door medeverdachte [medeverdachte] via Western Union op 1 maart 2013, van een commercial invoice voor een bedrag van 406 USD d.d. 2 april 2013 van [betrokkene 3] uit China aan [A] /Telefoonmaken.nl ter attentie van medeverdachte [medeverdachte] op zijn adres aan de [c-straat 1] te [plaats] en van een commercial invoice voor een bedrag van 113 USD d.d. 30 mei 2013 van [betrokkene 3] uit China aan [A] / […] ter attentie van verdachte op zijn adres aan de [a-straat 1] te [plaats] . Uit bescheiden van DHL is gebleken van een zending uit China aan verdachte [verdachte] d.d. 30 mei 2013 met een opgegeven waarde van 113 USD, betreffende 1 colli met een gewicht van 4,5 kg en voorts van een zending uit China gericht aan medeverdachte [medeverdachte] d.d. 3 april 2013 met een opgegeven waarde van 406 USD, betreffende 3 colli met een totaalgewicht van 22 kg.
Uit de bij verdachte in beslag genomen digitale datadragers blijkt onder meer dat er tussen [e-mailadres 1] @hotmail.com en [e-mailadres 2] @jinhaohua.com in de periode van 14 mei 2013 tot en met 12 september 2013 e-mailverkeer heeft plaatsgevonden met betrekking tot bestellingen en leveringen van chemicaliën, benodigd voor het maken van synthetische drugs of producten die vallen onder de Opiumwet of de Wet voorkoming misbruik chemicaliën. In het chat-verkeer wordt gesproken over CAS-nummers, bestellingen en leveringen, over export met een verhullende en valse benaming (bijvoorbeeld als ‘moisture harrier coating’) en over prijzen.
Uit de e-mailconversatie blijkt dat [D] in juli 2013 twee monsters van [B] heeft ontvangen van 300 gram Mephedrone (CAS-nummer 1189805-46-6 vermeld op lijst I van de Opiumwet) en van 1 kilogram Methyl3 (CAS-nummer 39829-16-8). Nadat verdachte heeft gemeld dat de monsters akkoord zijn, bestelt hij vervolgens 100 kilogram Mephedrone en 200 kilogram Methyl3 bij dezelfde firma. Door [D] wordt vervolgens gemeld dat de bestelling is betaald en door [B] wordt dan bevestigd dat de betaling is ontvangen. Per e-mail van 20 augustus 2013 geeft [D] aan dat de eerste 50 kg veilig zijn aangekomen en vraagt of zij ook aan Piperonal kunnen komen.
In dezelfde laptop die onder verdachte in beslag is genomen, is ook e-mailverkeer aangetroffen over de bestelling van Piperonal tussen [D] en een andere Chinese producent/leverancier van chemicaliën genaamd [H] , in de periode van 9 september tot en met 12 september 2013. Piperonal is een categorie I-stof Wet voorkoming misbruik chemicaliën. Een zekere ‘ [betrokkene 8] ’ van [H] geeft kort daarna aan dat een monster direct wordt verstuurd en [D] vraagt om een trackingnummer. In datzelfde e-mailverkeer schrijft [D] dat hij [betrokkene 8] wil toevoegen aan skype.
In de betreffende laptop worden zogenoemde ‘Skype chat-messages’ aangetroffen tussen [H] en [D] , tussen [betrokkene 4] van [B] en [E] en tussen [betrokkene 3] en [E] . In het chatverkeer tussen [D] en [H] informeert [D] of het CAS-nummer 4468-48-8 geleverd kan worden en wat de prijs is. Dit CAS-nummer betreft Apaan. Tot slot is e-mailcontact aangetroffen in de periode van 15 januari 2014 tot en met 26 februari 2014 tussen [D] en [K] (het bedrijf dat Apaan heeft geleverd in het […] -onderzoek) over CAS-nummer 16940-66-2, Natriumboorhydride, de stof die op 7 maart 2014 als postpakket op Schiphol was onderschept. Verdachte heeft gebruik gemaakt van zijn zwijgrecht. Bij monde van zijn raadsman heeft hij aangegeven dat hij niets van doen heeft met de aangetroffen e-mails en het chatverkeer.
De omstandigheid dat de verdachte weigert een verklaring af te leggen of een bepaalde vraag te beantwoorden ter zake van de op zijn laptop aangetroffen e-mails en het chatverkeer kan op zichzelf, mede gelet op het bepaalde in art. 29, eerste lid, Sv, niet tot het bewijs bijdragen. Dat brengt echter niet mee dat het hof, indien de verdachte voor zo'n omstandigheid die op zichzelf of in samenhang met de verdere inhoud van de bewijsmiddelen beschouwd redengevend kan worden geacht voor het bewijs van het aan hem tenlastegelegde feit, geen aannemelijke, die redengevendheid ontzenuwende, verklaring heeft gegeven, zulks niet in zijn overwegingen omtrent het gebezigde bewijsmateriaal zou mogen betrekken (vgl. HR 3 juni 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0733, NJ 1997/584; HR 5 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1315; HR 5 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1323 en HR 28 november 2017, ECLI:NL:HR:2017:3022).
(...)
Kortom, het hof acht op grond van de gebruikte bewijsmiddelen en het hiervoor overwogene wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 28 februari 2013 tot en met 23 mei 2014 voormelde stoffen heeft besteld, gekocht en geïmporteerd uit China en in Nederland voorhanden heeft gehad. Dat het ‘bestellen’, ‘kopen’, ‘importeren’ en ‘betalen’ van die stoffen niets van doen zou hebben met het voorhanden hebben ervan, kan het hof niet volgen nu die handelingen hebben geresulteerd in het voorhanden hebben.
Voor het overige vinden de door de verdediging aangevoerde argumenten ter onderbouwing van haar bewijsverweren haar weerlegging reeds in de gebruikte bewijsmiddelen, zodat zij geen verdere bespreking behoeven.
Het verweer wordt daarom verworpen.”
2.3
De bewezenverklaring houdt onder meer in dat de verdachte natriumboorhydride, formamide, alphaphenylacetoacetonitril (APAAN) en piperonyl methyl keton voorhanden heeft gehad. Deze onderdelen van de bewezenverklaring kunnen echter niet zonder meer worden afgeleid uit de gebruikte bewijsvoering. De uitspraak van het hof is ten aanzien daarvan dus ontoereikend gemotiveerd.
2.4
Het cassatiemiddel is in zoverre terecht voorgesteld.
3. Beoordeling van de cassatiemiddelen voor het overige
Gelet op de beslissing die hierna volgt, is bespreking van het restant van het eerste cassatiemiddel en van het tweede en het derde cassatiemiddel niet nodig.
4. Beslissing
De Hoge Raad:- vernietigt de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen over het onder 1 tenlastegelegde en de strafoplegging;- wijst de zaak terug naar het gerechtshof ’s-Hertogenbosch, opdat de zaak ten aanzien daarvan opnieuw wordt berecht en afgedaan;- verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en C. Caminada, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 mei 2021.
Conclusie 23‑03‑2021
Inhoudsindicatie
Conclusie AG. Voorbereidingshandelingen (art. 10a Opiumwet). Middelen over bewijsvoering, kwalificatie en strafmotivering. Conclusie strekt tot vernietiging en terugwijzing. Samenhang met 18/00946 en 18/02278.
PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer 18/00947
Zitting 23 maart 2021
CONCLUSIE
B.F. Keulen
In de zaak
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986,
hierna: de verdachte.
De verdachte is bij arrest van 16 februari 2018 door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch wegens 1. ‘om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd’ alsmede 2. ‘opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod’ veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf met aftrek van voorarrest als bedoel in art. 27(a) Sr. Het hof heeft voorts de onttrekking aan het verkeer bevolen van 20 kg natriumboorhydride en 10 valse bankbiljetten van 50 euro.
Er bestaat samenhang met de zaken 18/00946 en 18/02278. In deze zaken zal ik vandaag ook concluderen.
Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte. Mr. R.J. Baumgardt, mr. P. van Dongen en mr. S. van den Akker, advocaten te Rotterdam, hebben drie middelen van cassatie voorgesteld.
Het eerste middel klaagt over de bewijsvoering van feit 1. Voorafgaand aan de bespreking van het middel geef ik de bewezenverklaring, de bewijsmiddelen, delen van het pleidooi van de raadsman en de bewijsoverweging weer.
Bewezenverklaring, bewijsmiddelen, pleidooi en bewijsoverweging
5. Het hof heeft ten laste van de verdachte onder 1 bewezenverklaard dat:
‘hij in de periode van 28 februari 2013 tot en met 23 mei 2014 in Nederland, meermalen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken en vervaardigen van (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA en/of MDA en/of MDEA en/of amfetamine en/of methamfetamine, zijnde middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, wist dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten, hebbende hij, verdachte, natriumboorhydride en piperonal en formamide en alphaphenylacetoacetonitril (APAAN) en piperonyl methyl keton en andere chemicaliën en grondstoffen bestemd voor de productie van MDMA en/of MDA en/of MDEA en/of amfetamine en/of methamfetamine, besteld en gekocht en geïmporteerd en betaald en voorhanden gehad;’
6. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen (met weglating van voetnoten en verwijzingen):
‘1. als relaas van bevindingen van [verbalisant 1] , ambtenaar van de Belastingdienst, werkzaam bij Douane Nederland, kantoor Schiphol Cargo, tevens buitengewoon opsporingsambtenaar, inhoudende (…):
Op dinsdag 11 maart 2014 bevond ik mij gekleed in uniform in de bedrijfsruimte van DHL International B.V. gelegen aan de Anchoragelaan 32 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer. Omstreeks 10.45 uur controleerde ik een zending naar aanleiding van controle. Deze zending was voorzien van het pakketnummer 2654268993. De zending was verstuurd vanuit China en was geadresseerd aan [A] , [a-straat 1] , [plaats] Nederland.Als afzender was vermeld: [B] , [l-straat 1] , [plaats] . Nadat een medewerker van DHS desgevraagd de buitenverpakking had geopend, zag ik zilverkleurige zakjes met een wit poeder, want er was één zakje kapot.
Ik, relatant, zag dat er volgens het opschrift van de pro forma invoice Phenyl Salicylate in zou moeten zitten. Ik heb het hierboven genoemde kapotte zilverkleurige zakje met wit poeder onder laboratorium nummer 572380-02 naar het Douane laboratorium verzonden voor verder onderzoek.
2. Een deskundigenrapport van drs. M.M. Sarneel, hoofdscheikundige Douane Laboratorium, opgemaakt en ondertekend 9 april 2014 (…):
Kenmerk 572380-02Monster in goede staat en met ongeschonden verzegeling ontvangen.Het monster bestaat uit een aluminiumkleurige zak gevuld met wit poeder.Het monster bestaat grotendeels uit de stof natriumboorhydride. De stof phenylsalicylate is niet aangetoond.
Beschouwing ten aanzien van de Wet Voorkoming Misbruik Chemicaliën (WVMC) Natriumboorhydride kan worden gebruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen, de stof wordt namelijk genoemd in het DRCHIS-themaboek, 3e druk, p. 170.
3. Een schriftelijk bescheid met als opschrift Proforma Invoice (…)
Zender: [B] [l-straat 1] [plaats] , [l-straat 1] . Ontvanger: [A] , [a-straat 1] , [plaats] .
VAT-nummer vermeld NL852552294B0Itelefoonnummer [001] .
4. Als relaas van bevindingen opgemaakt door de verbalisanten, [verbalisant 2] en [verbalisant 5] op gemaakt en ondertekend 13 oktober 2014, (…)
(…) Naar aanleiding van het bovenstaande (het hof begrijpt de uitslag van het douane laboratorium) werd de partij natriumboorhydride op 12 mei 2014 in beslag genomen. Door medewerkers van de landelijke faciliteit ontmantelen van de landelijke Eenheid van de Politie werd de partij nogmaals bemonsterd. Dit monster is voor onderzoek overgebracht naar het NFI met het Sporen Identificatienummer AADN5097NL
5. Een deskundigenrapport opgemaakt en ondertekend door dr. J.D.J. van den Berg d.d. 21 mei 2014 onder andere inhoudende (…):
monster met wit poeder met kenmerk AADN5097NL: bevat natriumboorhydride
Natriumboorhydride (NaBH4) is een stof die bij chemische synthese als reductiemiddel wordt gebruikt. In relatie tot drugs kan natriumboorhydride onder andere worden gebruikt bij de vervaardiging van MDA, MDMA, MDEA, amfetamine, metamfetamine en analoge verbindingen. MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine) wordt verkregen door een alcoholische oplossing van piperonylmethylketon (PMK) en methylamine te mengen met natriumboorhydride en een koude omgeving zoals een vriezer, de zogenaamde koude methode. Bij het gebruik van een verhouding van NaBH4 : PMK van 0,1 : 1kg kan uitgaande van 20 kilogram natriumboorhydride een opbrengst van circa 172 kilogram MDMA-base (circa 200kg MDMA hydrochloride) verwacht worden.
6. Als relaas van bevindingen opgemaakt door de verbalisanten, [verbalisant 2] en [verbalisant 5] opgemaakt en ondertekend 13 oktober 2014, (…)
(…)
Bevindingen omtrent [A] Volgens het uittreksel van de Kamer van Koophandel houdt [A] zich bezig met draadloze telecommunicatie en is er sprake van een groothandel in elektronische en telecommunicatieapparatuur en bijbehorende onderdelen. Verder is in het uittreksel het internetadres; www. [… ] .nl vermeld. Op het internet is op dit adres het volgende vermeld: Wij zijn specialist in het repareren van smartphones. U kunt bij ons terecht voor merken als Apple, Samsung, HTC, Blackberry, Nokia en meer. Ook voor uw tablets en iPods kunt u bij ons terecht voor reparatie.”
In het uittreksel van de Kamer van Koophandel is verder vermeld dat de bestuurders van [A] zijn:[verdachte] ,Geboren op [geboortedatum] 1986 te [geboorteplaats]Adres: [a-straat 1] , [plaats][medeverdachte]Geboren op [geboortedatum] 1982 te [geboorteplaats]Adres: [k-straat 1] , [plaats]
(…)Op 23 mei werd een doorzoeking ter inbeslagname verricht op de [k-straat 1] te [plaats] . Dit is het woonadres van [medeverdachte] en het inschrijvingsadres van [A] volgens de Kamer van Koophandel.
7. Als relaas van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] , opgemaakt en ondertekend d.d. 11 juli 2014, (…)
Op 23 mei 2014 werden doorzoekingen verricht door medewerkers van de Belastingdienst/FIOD te Eindhoven , waaronder op het adres [b-straat 1] te [plaats] .Door mij verbalisant zijn de volgende beslagitems onderzocht:
C.1 Betreft een akte van oprichting, gedateerd 28 februari 2013, inzake de oprichting van [A] met als oprichters vermeld [verdachte] en [medeverdachte] .
C.2 1. Een moneytransfer van Western Union gedateerd 28-02-2013. Als verzender staat vermeld [verdachte] met telefoonnummer [002] en als ontvanger staat vermeld [betrokkene 1] te China . Het bedrag dat is overgemaakt betreft 307,19 US Dollar (…).
2. Een moneytransfer van Western Union gedateerd 1-03-2013. Als verzender staat vermeld [medeverdachte] , [k-straat 1] te [plaats] . Als ontvanger staat vermeld [betrokkene 2] te China . Het bedrag dat wordt overgemaakt aan ontvanger betreft 224,72 US Dollar (het hof begrijpt: 224,72 euro/258 US Dollar) (…).
C4 Een commercial invoice gedateerd 2 april 2013, geadresseerd aan [A] [… ] .nl t.a.v. [medeverdachte] met daarbij vermeld het telefoonnummer [003] . Als afzender staat vermeld [betrokkene 3] . Het betreft een factuurbedrag van 406 US dollar (…).
8. Als relaas van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] , opgemaakt en ondertekend d.d. 19 juni 2014, (…):
Op 23 mei 2014 werd doorzoeking verricht op het adres [k-straat 1] te [plaats] .
Nader onderzoek; (..)Een brief afkomstig van de Belastingdienst inzake de aangifte omzetbelasting 2014 en geadresseerd aan [A] , [k-straat 1] , [plaats] met omzetbelastingnummer [… ]
Alle overige in beslag genomen goederen betreffen digitale gegevensdragers en geld.
9. Als relaas van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] , opgemaakt en ondertekend d.d. 16 juli 2014, (…):
In het kader van het onderzoek werd op 23 mei 2014 een doorzoeking verricht op het adres [k-straat 1] te [plaats] .
Tijdens de doorzoeking werden onder andere een laptop en telefoons in beslag genomen.
Op de laptop van het merk Asus komt via het programma IEF (Internet Evidence Finder) naar voren dat in de periode van 10 september 2013 tot en met 21 mei 2014 op het World Wide Web onderstaande zoektermen zijn ingegeven en/of websites zijn bezocht:
- op 10 september 2013; https://www.google.nl#psj=l&g=apaan; - op 10 september 2013; http://www.nu.nl/binnenland/3560263/eindelijk-succes-met-apaan-html; - op 28 december 2013; https://www.google.nl#g=apaan; - op 28 december 2013; http://www.telegraaf.nl/binnenland/21806653/nieuwe_troef_bezit_apaan.html (…) - op 21 mei 2014; http://nl.wikipedia.org/wiki/APAAN (…).
10. Als relaas van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] , opgemaakt en ondertekend d.d. 19 juni 2014, (…):
In het kader van het onderzoek werd op 23 mei 2014 doorzoeking verricht op het adres [a-straat 1] te [plaats] (opmerking hof: het woonadres van [verdachte] ).
Tijdens de doorzoeking werden goederen in beslag genomen. Hiervan zijn lijsten in beslag genomen goederen samengesteld met de lettercode A.
11. Als relaas van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] , opgemaakt en ondertekend d.d. 7 juli 2014, (…):
In het kader van een strafrechtelijk onderzoek heb ik ondersteuning verleend bij het imagen van diverse datadragers afkomstig uit de in beslagname van de doorzoekingen van twee woningen op 23 mei 2014 te weten:Object A: woning van [verdachte] , [a-straat 1] te [plaats]Object B: woning van [medeverdachte] , [k-straat 1] te [plaats]
De gegevensdragers zijn door verbalisant en verbalisant [verbalisant 7] geïmaged. Het betreft laptops, GSM’s, simkaarten, gps systemen en smart devices die in beslag zijn genomen. De verkregen images zijn naar de servers van de onderzoeksruimte gekopieerd en hiervan zijn in IEF (Internet Evicence Finder van Magnet Forensics) en FTK 3.4 (van Accesdata) cases gebouwd om de images systematisch te doorzoeken op relevante informatie.
12. Als relaas van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] , opgemaakt en ondertekend d.d. 16 juli 2014, (…):
In het kader van het onderzoek [… ] werd op 23 mei 2014 doorzoeking verricht op het adres [a-straat 1] in [plaats] , hierna te noemen locatie A.
Tijdens de doorzoeking werden onder andere laptops, telefoons, usb-sticks en een navigatiesysteem in beslag genomen. Door mij zijn onderstaande digitale datadragers onderzocht:
Beslagcode Digicode Omschrijving A.02.02.006 A-D-17 Micro CD (het hof begrijpt: SD) kaart uit een foto toestel A.02.02.008 A-D-19 USB Stick Workx A.02.02.007 A-D-18 Zwarte laptop Acer ASPIRE7720 A.02.03.001 A-D-05 Zwarte laptop ASUS K53E met voeding A.02.02.016 A-D-22 Navigatie I-Go Touch A.07.01.001 A-D-02 Zwarte iPhone5
Uit onderzoek van de aangetroffen correspondentie op bovengenoemde datadragers komen namen naar voren van chemische stoffen.Deze chemische stoffen kenmerken zich door unieke CAS-nummers. In de aangetroffen correspondentie wordt gesproken over de volgende CAS-nummers die staan voor:
Stof CAS-nummer Omschrijving1 1189805-46-6 2-(methylamino)-1-(4-methphenyl)-1-propanone = mephedrone2 1189726-22-4 Mephedrone (hydrochloride zout)3 5650-44-2 Methcathinon (Ephedrone)4 39829-16-8 Metyl3-(benzodioxyl-5-yl)-2,3-epoxypropanoate5 4676-39-5 Piperonyl methyl keton6 120-57-0 Piperonal
Opsporingsambtenaar [verbalisant 6] van de FIOD kantoor Eindhoven heeft images gemaakt van de datadragers en verwerkt in het programma Internet Evidence Finder, hierna te noemen IEF. IEF is een programma waarmee de communicatie op het internet kan worden geanalyseerd. Ook zijn de images van de datadragers verwerkt in FTK. FTK is de naam van een forensisch softwarepakket dat in de opsporing wordt gebruikt om data te onderzoeken. Op diverse tijdstippen in de periode van 3 juni 2014 tot 2 juli 2014 is middels de programma’s IEF en FTK onderzoek gedaan naar de data zoals aangetroffen op de inbeslaggenomen datadragers. Daarbij zijn onderstaande bestanden/documenten gevonden:
1. Hotmail Webmail2. Skype Chat Messages3. Outlook Webmail Inbox4. Gevonden e-mails via FTK5. Telefoonnummer [004]
1. Hotmail WebmailVia het programma IEF trof een opsporingsambtenaar een Hotmail Webmail bestand aan met e-mailverkeer tussen [… ] @hotmail.com en [… ] @jnhaohua.com in de periode 14 mei 2013 tot en met 12 september 2013. De vindplaats van dit bestand is: A-02-03- 001_diskimage.E01- Partition 2 (Microsoft NTFS. 119.24 GB) OS (pagefile.sys / swapfile.sys) - [ROOT]\pagefiles.sys. Dit betreft de zwarte laptop van het merk ASUS.Van dit bestand, bestaande uit 118 pagina's, heb ik een print gemaakt en als DOC-0011 aan het procesdossier toegevoegd.
Bevindingen:De e-mails gaan tussen ene [betrokkene 4] van [C] en ene [betrokkene 5] van [D] . Dit komt naar voren uit onder andere:- Nagenoeg alle e-mails van [… ] @jnhaohua.com worden afgesloten met “ [betrokkene 4] ”- Op pagina 103 (…) staat achter [betrokkene 4] “ [C] ”- Op pagina 93 (…) geeft [D] als receiver details: [D] , Attending to [betrokkene 5] , [ j-straat 1] , [plaats] Netherlands, Phone: [005]- Na deze e-mail schrijft ‘ [betrokkene 4] ’ regelmatig “Dear [betrokkene 5] ” of “Dear Sir”- De persoon achter [D] geeft niet één keer aan dat hij niet [betrokkene 5] is.
Uit de inhoud van de e-mails tussen deze ‘ [betrokkene 4] ’ van [C] en ‘ [betrokkene 5] ’ van [D] komt naar voren dat: - [D] op zoek is naar het product CAS 1189805-46-6 (Mephedrone) en vraagt wat de prijs is voor een hoeveelheid van 50 of 100 kg (…) - [betrokkene 4] biedt een monster aan van 10 tot 20 gram (…) - [D] vraagt of het mogelijk is een andere naam op de verpakking en de documenten te plaatsen (…) - [D] vraagt wat de prijs is voor 1000 kg (…) - [betrokkene 4] biedt een sample aan van 20 gram voor USD 1350 (…) - [D] vraagt om een gratis sample (…) - [D] schrijft dat hij eind juni in China is (…) - [betrokkene 4] vraagt naar de bedrijfsgegevens (…) - [D] geeft aan dat het sample gestuurd kan worden naar [D] , [ j-straat 1] , [plaats] Netherlands (…) - [betrokkene 4] schrijft dat een gratis sample wordt opgestuurd en het product niet in juli en augustus wordt geproduceerd. Als het niet in juni bezorgd kan worden dan kan het op zijn vroegst eind september worden bezorgd (…) - [betrokkene 4] vraagt naar de naam van de ontvanger en telefoonnummer om het monster te bezorgen en vraagt ook naar de naam van de persoon achter [D] (…) - [D] schrijft dat het monster gestuurd kan worden naar [D] ten name van [betrokkene 5] , [ j-straat 1] , [plaats] Netherlands, telefoonnummer [005] en vraagt of het mogelijk is om een ander product (schoonmaak) op de verpakking en de documenten te plaatsen. Is makkelijker om de goederen vrij te maken bij de Douane, (…) - [betrokkene 4] schrijft dat de naam ‘Phenyl salicylate’ wordt gebruikt en dat hun West Union account is: Receiver name: [betrokkene 6] , [m-straat 1] Tel [006] (…) - [D] vraagt vervolgens of ze CAS 39829-16-8 (Methyl3-(benzodioxyl-5-yl)-2,3-epoxypropanoate) kunnen leveren en wat de prijs is voor 500 of 1000 kg (…) - [D] vraagt om een monster van 50 gram (…) - [betrokkene 4] schrijft dat een monster van 50 gram kan worden aangeboden voor USD 350 (…) - Vanaf pagina 87 wordt [D] regelmatig aangesproken met ‘Dear [betrokkene 5] - [D] ziet af van het monster van CAS 1189805-46-6 (Mephedrone) maar wil 50 kilo bestellen en dit laten verschepen bij DHL en vraagt om een totaalprijs en geeft aan dat het belangrijk is dat op de verpakking en documenten staat geschreven “Moisture barrier coating on waterbase” Als de 50 kg door de Douane is gekomen dan komt deze [betrokkene 5] naar China om een grote order te plaatsen (…) - [betrokkene 4] schrijft 50 kg kost in totaal USD 14.000 (…) - [D] vraagt wederom om een sample van 39829-16-8 (Methyl3-(benzodioxyl-5-yl)-2,3-epoxypropanoate), de beste prijs voor 1000 kg en of het mogelijk is om de naam op de verpakking en de documenten te wijzigen (…) - Ene [betrokkene 3] wordt hier geïntroduceerd als een vriend van [D] (…) - [D] vraagt om de bankgegevens voor een betaling van USD 4.000 voor 5 kg 1189805-46-6 (Mephedrone) en vraagt om een foto van het product, (…) - [betrokkene 4] schrijft dat een monster van 1 gram gratis wordt verstrekt en of het sample naar [betrokkene 3] gestuurd mag worden (…). Op pagina 79 (…) schrijft [D] : kun je ook een monster sturen van 39829-16-8 (MethyI3-(benzodioxyl-5-yl)-2,3-epoxypropanoate) - [D] zegt stuur maar naar [betrokkene 3] en vraagt om een monster van 100 gram van 39829-16-8 (Methyl3-(benzodioxyl-5-yl)-2,3-epoxypropanoate) en geeft aan dat het ook naar [betrokkene 3] gestuurd kan worden, (…) - [D] vraagt of het mogelijk is bij grote orders de naam op de verpakking en de documenten te wijzigen. [betrokkene 4] geeft aan dat de naam op de documenten wordt gewijzigd. [D] vraagt om de naam “moisture barrier coating” te gebruiken (…) - [D] schrijft aan [betrokkene 4] , [betrokkene 3] neemt contact met je op ((…) Verdachte kondigt in deze e-mail ook aan met [betrokkene 3] binnen een uur te gaan skypen. Uit de Skype chat-messages blijkt dat hij dat inderdaad heeft gedaan (…) en dat hij vervolgens aan [betrokkene 4] even later aankondigt dat [betrokkene 3] contact met haar zal opnemen.) - [betrokkene 4] schrijft dat [betrokkene 3] haar vertelde dat vermoedelijk [betrokkene 5] eind juni naar China komt (…) - [D] vraagt wat hoeveelheden van 100 of 500 kg kosten (…) - [D] vraag wederom of het mogelijk is de naam te wijzigen [betrokkene 4] schrijft ja, we gebruiken een andere naam zoals ‘phenyl salicylate’ (…) - [D] schrijft dat het belangrijk is dat aan de buitenkant van de verpakking niet CAS 39829-16-8 (Methyl3-(benzodioxyl-5-yl)-2,3-epoxypropanoate) staat vermeld (…) - [betrokkene 4] schrijft dat de productie van 1189805-46-6 (Mephedrone) klaar is en dat een monster van 300 gram USD 300 kost en een monster van 1 kg van 39829-16-8 (Methyl3-(benzodioxyl-5-yl)-2,3-epoxypropanoate) kost USD 550 (…) - [D] schrijft: Ik betaal morgen en stuur je gelijk de ‘MTCN’ (…) - [D] schrijft “MTCN 8098422536 Sender name: [betrokkene 7] USD 850,00” (…) - [betrokkene 4] vraagt om de volgende gegevens te controleren: [D] , Attending to mr [betrokkene 5] , [ j-straat 1] , [plaats] Netherlands, Phone: [005] - [D] schrijft dat is correct en laat even weten als je het geld hebt ontvangen (…) - Er is wat onduidelijkheid of het is betaald. - [betrokkene 4] schrijft: ik heb het opnieuw gecontroleerd en het klopt. Ik denk dat ik het geld vandaag ontvang (…) - [D] schrijft dat hij van 39829-16-8 (Methyl3-(benzodioxyl-5-yl)-2,3- epoxypropanoate) gelijk 100 kilo wil bestellen (…) - [betrokkene 4] schrijft eindelijk heb ik 1 kg 39829-16-8 (Methyl3-(benzodioxyl-5-yl)-2,3- epoxypropanoate) en een beetje 1189805-46-6 (Mephedrone) verzonden. Beide in aparte verpakkingen (…) Het tracking nummer van DHL is [… ] (…) - [D] vraagt wat er op de verpakking en documenten staat. [betrokkene 4] schrijft ik heb de naam ‘phenyl salicylate’ gebruikt om de documenten in te vullen. [D] schrijft dat is niet wat we hebben afgesproken. Er zou op mijn verzoek ‘moisture barrier coating’ op staan. Gaat het bij de grote orders straks wel goed? Ik ken het product phenyl salicylate niet en ik weet niet of het zo langs de Douane gaat. (…) - [betrokkene 4] schrijft dat ze met de omschrijving phenyl salicylate op deze manier over de hele wereld heeft geleverd en dat het nooit tot problemen heeft geleid. Ze heeft zelfs aan een klant in Spanje meerdere malen geleverd (…) - [D] schrijft: dat snap ik, maar hier is het niet Spanje. Hier zijn de regels zeer strikt, (…) - [D] schrijft vandaag ontvang ik het monster 39829-16-8 (Methyl3-(benzodioxyl-5-yl)-2,3-epoxypropanoate) en het wordt direct getest. Als het oké is wil ik 200 kg bestellen. Wanneer is de productie klaar? En is het mogelijk om het in vier zendingen van 50kg een paar dagen na elkaar te leveren (…) - [D] vraagt of het mogelijk is om het zo te verpakken dat het van de buitenkant niet lijkt op een “drum” omdat de Douane soms moeilijk doet als het om chemicaliën gaat (…) - [D] schrijft dat het de bedoeling is om na de levering van 200kg elke week 100kg te bestellen (…) - [D] schrijft de 1189805-46-6 (Mephedrone) is getest en dat het oké is. Hiervan wil ik gelijk 20kg bestellen. Voor de 39828-16-8 weet ik het morgen, maar ik denk dat het wel oke is. Ik wil nu 100kg bestellen. Kun je me een prijs geven zodat ik deze week de betaling kan regelen, (…) - [betrokkene 4] schrijft: 20kg van 1189805-46-6 (Mephedrone) kost USD 6200 en 39828-16-8 (Methyl3-(benzodioxyl-5-y l)-2,3-epoxypropanoate) kost USD 245/kg en totaal USD 24500 van deur tot deur (…) - [D] schrijft voor de duidelijkheid ik heb nodig 100kg van 1189805 (Mephedrone) en 200kg of 39829 ... Methyl3-(benzodioxyl-5-yl)-2,3-epoxypropanoate) (…) - [D] schrijft ik heb betaald per bank, later zal ik de bevestiging van de betaling per bank sturen, (…) - [betrokkene 4] schrijft: ik heb de betaling vandaag ontvangen (…) - [D] vraagt of ze CAS 4676-39-5 piperonyl methyl keton (powder) kunnen leveren, zo ja of ze dan de productgegevens en de prijs voor 100kg kunnen geven (…) - [betrokkene 4] antwoordt we produceren dit niet meer en je hebt een licentie nodig om het van een andere leverancier te kunnen kopen, (…) - [D] vraagt wat de marktprijs is en of ze een andere leverancier kennen. (…) - [betrokkene 4] schrijft ik heb de eerste 50 kilo verstuurd via TNT. Het trackingnummer is TNT: [… ] (…). [D] vraagt hoe het met de 1189895-46-6(Mephedrone) staat en [betrokkene 4] antwoordt hierop dat het te warm is om 1189895-46-6 (Mephedrone) te produceren en dat ze laat weten wanneer de productie start. (…) - [D] vraagt wanneer kun je de andere 50 sturen? (…) - [betrokkene 4] schrijft, als je wilt kan ik de andere ook sturen en ik zal het morgen versturen met TNT, net als de eerste 50kg en gebruik de naam phenyl salicylate (…) - [betrokkene 4] schrijft ik heb weer 50kg gestuurd. Het trackingnummer is TNT: [… ] (…). - [D] vraagt of ze Piperonal (CAS 120-57-0) kunnen leveren? (…) - [betrokkene 4] schrijft we hebben dit product niet. In het e-mail bericht staat: “ [C] Tel: [007] Fax: [… ] MSN: [… ] @ [… ] .com Skype: [… ] Web:www. [… ] .com” (…) - [betrokkene 4] vraagt of de eerste 50kg veilig zijn aangekomen? ((…); e-mail is van 20 augustus 2013) - [D] antwoordt ja (…) - [D] vraagt of ze niet op verzoek 120-57-0 Piperonal kunnen produceren? (…) - [betrokkene 4] antwoordt we kunnen twee andere producten aanbieden te weten 1189726-22-4 (Mephedrone (hydrochloride zout)) en 5650-44-2 (Methcathinon). Is er interesse? We gaan deze binnenkort produceren ... (…) - [D] vraagt of ze geen product hebben dat de stof Piperonal bevat (…) - [D] schrijft op pagina 9 (…): kun je me asjeblieft helpen met de CAS 120-57-0 (Piperonal). Ik heb vele klanten en we kunnen beide er goed aan verdienen. Als je het niet kan leveren, weet je dan geen oplossing hoe ik het kan krijgen? (…) - [betrokkene 4] antwoordt, ik heb je verteld dat het niet mogelijk is om het in China te kopen of te verkopen. Het behoort tot de meest verboden. Als je een leverancier hebt kan ik voor je kijken (…) - [D] schrijft dat [H] piperonal kan leveren (…) - [D] schrijft en ook [F] (…) - [D] vraagt om ook het bedrijf [G] te bekijken (…).
In hetzelfde bestand trof ik e-mailverkeer aan tussen [… ] @hotmail.com en [… ] @ [… ] .com in de periode 9 september 2013 t/m 12 september 2013 (…). Uit de inhoud van deze e-mails komt naar voren:
- [… ] @ [… ] .com schrijft dat 1 kg monster vandaag of morgen wordt verzonden (opmerking verbalisant: op basis van de regel “Subject” gaat het vermoedelijk om Piperonal CAS 120-57-0) (…)- [… ] @ [… ] .com schrijft dat het USD 1.050 kost om 100 kg per boot te vervoeren. (…)- [… ] @ [… ] .com schrijft dat ze ‘skype’ van [D] heeft toegevoegd (…)- [… ] @hotmail.com schrijft dat hij haar wil toevoegen aan skype (…)- [… ] @ [… ] .com schrijft hun kleinste verpakking Piperonal 5kg bevat, dat ze de verpakking hebben geopend en 1 kg eruit hebben genomen voor het monster voor [D] . DHL gaf aan om niet de originele verpakking te gebruiken, dit is erg gevaarlijk, makkelijk te controleren voor de Douane, het product is precursor chemicalie (…)- [… ] @hotmail.com schrijft zie de bijlage voor de betaling (…)- [… ] @ [… ] .com schrijft het monster wordt direct verstuurd (…)- [… ] @hotmail.com vraagt een foto te maken omdat zijn afnemer een beetje ongerust is en vraagt naar het tracking nummer (…)
Laatste e-mailbericht is van 12 september 2013.
2. Skype Chat MessagesVia het programma IEF heb ik op de zwarte Laptop van het merk Asus onder andere Skype Chat Messages aangetroffen in de periode 3 mei tot en met 12 september 2013 tussen:- [betrokkene 8] en [D] van live: [… ]- [betrokkene 3] en [E]- [E] en [betrokkene 4] van [… ]
Bevindingen inhoud Skype Chat Messages:Ik vermoed dat de persoon achter [E] [verdachte] is. Dit baseer ik op de volgende feiten en omstandigheden:
-Uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel komt naar voren dat de eenmanszaak [E] op 25 november 2011 is opgericht en dat [verdachte] , met geboortedatum [geboortedatum] 1986, eigenaar is van deze eenmanszaak. Verder komt uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel naar voren dat de eenmanszaak [E] is gevestigd op het adres: [a-straat 1] , [plaats] .-Uit een intern systeem van de Belastingdienst, genaamd Beheer Van Relaties, komt naar voren dat [verdachte] de voornaam van verdachte [verdachte] is.- Uit de chatberichten komt naar voren dat: [betrokkene 3] schrijft: Hi. [verdachte] i am back now” en “ [verdachte] ” en dat [E] schrijft: “he [betrokkene 3] ”.-De skypeberichten zijn aangetroffen op de zwarte laptop van het merk Asus die tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte [verdachte] in beslag is genomen.
Ik vermoed dat verdachte [verdachte] ook de persoon is achter het e-mailadres [… ] @hotmail.com
Dit baseer ik op de inhoud van onderstaande berichten tussen [E] en [… ] . [E] schrijft aan [… ] :-“Hallo [… ] , ik wil u graag als contactpersoon toevoegen. [D] ”- Ik ben van [D]- Maar mijn skype is op dit account, dit is een medebedrijf van me- Mijn naam is ‘ [betrokkene 5] ”
En de gesprekken tussen [E] en [betrokkene 3] . [E] schrijft aan [betrokkene 3] :-Kun je contact opnemen met [betrokkene 4] van [C]-De naam is [betrokkene 4] en haar e-mailadres is [… ] @ [… ] .com-Ze vraagt me om contact met je op te nemen, om jou een monster te sturen en dan kun jij het monster naar mij sturen.
In het e-mailbericht van [betrokkene 4] van [C] aan [D] schrijft [betrokkene 4] dat haar Skype “ [… ] ” is. In de Skype Chat Messages komt naar voren dat er contact is geweest tussen [E] en [betrokkene 4] van [… ] . Ook schrijft [betrokkene 3] dat hij haar kan bellen. Hierop antwoordt [E] als volgt: ja wacht alsjeblieft en geeft het nummer [008] . Dit nummer staat ook op een e-mail van [… ] @ [… ] .com aan [… ] @hotmail.com onder de naam [C] .
Op basis hiervan heb ik het vermoeden dat de schrijver van “ [… ] ” dezelfde persoon is als de schrijver van de e-mails afkomstig van [… ] @ [… ] .com. namelijk [betrokkene 4] van [C] .
Ook ene ‘ [betrokkene 3] ’ of ‘ [betrokkene 3] komt in de e-mails van [… ] @hotmail.com en de Skype Chat Messages van [E] naar voren. Vermoedelijk gaat het om dezelfde persoon omdat in de e-mails (…) [D] schrijft “stuur het monster maar naar [betrokkene 3] ” en in een Skype Chat Messages van [E] aan [betrokkene 3] , wordt tegen [betrokkene 3] gezegd “en dan kun je het monster naar mij sturen”.
Verder:- Zijn zowel Skype Chat Messages van [D] /live: [… ] als van [E] /live. [… ] op dezelfde zwarte Asus laptop aangetroffen die tijdens de doorzoeking op het woonadres [verdachte] in beslag is genomen.- Het Hotmail Webmail bestand met e-mailverkeer tussen [… ] @hotmail.com en [… ] @ [… ] .com is op dezelfde zwarte laptop van het merk Asus aangetroffen als de Skype Chat Messages.- Op pagina 93 van DOC-0011 (…) geeft [D] als receiver details: [D] , Attending to [betrokkene 5] , [ j-straat 1] , [plaats] Netherlands. Dit is een voormalig woonadres van verdachte [verdachte] .[E] schrijft in een Skype Chat Messages aan [betrokkene 3] " [A] ".Gelet op bovenstaande, de relatie tussen [betrokkene 4] met [D] en [E] én de relatie tussen [betrokkene 3] of [betrokkene 3] met [D] en [E] vermoedt men dat de persoon achter [D] en [E] dezelfde persoon is, namelijk verdachte [verdachte] .
De Skype Chat Messages tussen [E] en [betrokkene 3] gaan hoofdzakelijk over:- Kun je voor me kijken naar een leverancier van chemicaliën dichtbij Shenzhen?- Maar in [plaats] hebben we ook een leverancier van chemicaliën.- Wacht ik geef je opnieuw het CAS nummer 1189805-46-6 (Mephedrone).- Kun je ook nog voor één product meer kijken, namelijk CAS 39829-16-8 Methyl3-(benzodioxyI-5-yl)-2,3-epoxypropanoate)- [betrokkene 3] je moet me echt helpen met CAS nummer 39829-16-8. Ik heb het echt nodig.-Gevraagd wordt of het in de goederen kan worden verstopt.De Skype Chat Messages tussen [E] en [betrokkene 4] van [C] gaan onder andere over:- Ik denk dat je weet dat 39829-16-8 Methyl3-(benzodioxyl-5-yl)-2,3-epoxypropanoate) tot de gevoelige producten behoort.- Maar kun je het exporteren met iets anders op de verpakking en documenten. Dit is een verzoek van mijn afnemers. Ja, dat is de enige manier dat we het kunnen doen. Perfect! Met de echte naam kunnen we het ook niet exporteren. En daarom is het beter om het met DHL van deur tot deur te zenden, is makkelijker voor de Douane. Hoeveel heb je op voorraad? 1189805-46-6 (Mephedrone) wordt op bestelling gemaakt, meestal hebben we dit niet op voorraad. Met betrekking tot 39829-16-8 (Methyl3-(benzodioxyl-5-yl)-2,3-epoxypropanoate) is 100kg beschikbaar. Kun je voor mij 100kg reserveren. Als ik het monster heb en het is oké, dan doe ik direct de betaling. En als ik opnieuw bestel hoelang moet ik wachten als het opnieuw moet worden geproduceerd. Ik bedoel 39829-16-8 (Methyl3-(benzodioxyl-5-yl)-2,3-epoxypropanoate) voor 100kg. Minimaal 2 weken.-Van welke wil je 1 kg? 39829-16-8 (Methyl3-(benzodioxyl-5-yl)-2,3-epoxypropanoate) toch? Ja en als het oké is bestel ik gelijk 100kg.-Ik heb ook klanten voor de 1189805-46-6 (Mephedrone), maar ze vragen om een monster en de prijs per kilo.-Dus als ik USD 850 betaal, krijg ik een monster van 1 kg van 39829-16-8 (Methyl3- (benzodioxyl-5-yl)-2,3-epoxypropanoate) en 200 gram van 1189805-46-6 (Mephedrone) klopt dat? Ja, En wat is de prijs van 10kg of 20kg van 1189805-46-6 (Mephedrone). USD 300/kg deur tot deur. Als de hoeveelheid meer dan 100kg is, dan USD 280 per kg.
De Skype Chat Messages tussen [D] van live: [D] en [betrokkene 8] , in de periode 10 september 2013 tot en met 12 september 2013, gaan over:- Wat de prijs is van 100kg.- Ik koop elke week 100kg.- Per week 100kg, kan ik een prijs aanbieden van USD 57/kg.- 50kg naar [D] en 50kg naar een andere ontvanger.- En de volgende order zal ik waarschijnlijk het adres wijzigen.- We doen het zo, je stuurt me eerst 50 kg en 2 a 3 dagen later weer 50kg naar hetzelfde adres.- De DHL kosten zijn acceptabel en mijn klanten hebben de voorkeur om het per boot te vervoeren met DHL omdat dit de beste manier om de goederen makkelijk door de Douane te krijgen, weet je.- Hoeveel heb je op voorraad?- Nu 10.000kg.- Ik heb gehoord dat het product verboden is in China, is dat waar?- Het is belangrijk dat we een andere naam plaatsen op de documenten en de verpakking.- En voor de rest, kun je 4468-48-8 (Apaan) leveren en wat is de prijs.- En 1189805-46-6 ook (Mephedrone).- Stuur me asjeblieft een foto van het monster.
3. Outlook WebmailinboxVia het programma IEF zijn onder andere e-mails aangetroffen van:- [betrokkene 9] ( [… ] @ [… ] .com) met als onderwerp “Re: CAS 1189805-46-6 (Mephedrone) price- [betrokkene 10] ( [… ] @ [… ] .com met als onderwerp “Re: RE: Inquiry about 2-Oxiranecarboxylic acid, 3-(1,3-benzodioxol-5yl)-, methyl ester (CAS No:39829-16-8 (Methyl3 -(benzodioxyl-5-yl)-2,3-epoxypropanoate))”- [betrokkene 11] ( [… ] @ [… ] .com) met als onderwerp: “CAS 16940-66-2 Natriumboorhydride) offer”.
Met betrekking tot de ontvangen e-mails van [… ] @ [… ] .com. het volgende:- Er zijn vermoedelijk op vier verschillende tijdstippen e-mails ontvangen met als onderwerp CAS 16940-66-2 offer. CAS 16940-66-2 staat voor Natriumboorhydride.- Uit het onderzoek ‘ [… ] ’ met Gefisnummer [… ] blijkt dat onder andere verdachte [verdachte] van dit bedrijf grote hoeveelheden Apaan heeft afgenomen- De e-mails zijn ontvangen in de periode 15 januari 2014 tot en met 26 februari 2014.
Ook trof ik e-mails aan van [… ] @gmail.com en [verdachte] @ [… ] .nl.
4. Gevonden e-mails via FTKVia het programma FTK trof ik een bestand aan met fragmenten van e-mail berichten over de periode 17 januari 2014 tot en met 23 januari 2014 (…).De aangetroffen e-mailberichten op pagina 6 en 7 van DOC-0016 (…) zijn vermoedelijk afkomstig van [… ] @ [… ] .com en gaan over Formamide (CAS 75-12-7) en Piperonal (CAS 120-57-0).
5. Telefoonnummer [004] Op 7 maart 2014 is er op Schiphol bij DHL een koerierszending ten invoer aangegeven. Volgens de bijbehorende proforma invoice (hof: (…) d.d. 5 maart 2014) betrof dit een zending van 20 kilo phenylsalicylate. Op de proforma invoice bij het onderdeel ‘Receiver’ staat onder andere ‘Phone [001] ’.
Tijdens de doorzoeking is een zwarte iPhone 5 in beslag genomen. Deze telefoon is uitgelezen en vervolgens is hiervan een rapport opgemaakt. Naast de apparaat informatie staan in het rapport onder andere de ontvangen en verzonden sms-berichten, de ontvangen en verzonden WhatsApp-berichten en de in- en uitgaande gesprekken vermeld.Uit de apparaat informatie blijkt onder andere dat de zwarte iPhone 5 met telefoonnummer [004] van [betrokkene 12] is, zijnde de echtgenote van verdachte [verdachte] .
Op de telefoon van vermoedelijk [betrokkene 12] heb ik, in de periode 8 maart 2014 tot en met 4 mei 2014, sms-berichten aangetroffen afkomstig van het nummer [001] , alsmede verzonden berichten naar dit telefoonnummer.
CAS nummersDe CAS nummers die ik in Hotmail Webmail, Skype Chat Messages, Outlook Webmail en gevonden e-mails via FTK ben tegengekomen, zijn in onderstaande tabel weergegeven.
Stof CAS-nummer Omschrijving1 1189805-46-6 2-(methylamino)-1-(4-methphenyl)-1-propanone= mephedrone2 1189726-22-4 Mephedrone (hydrochloride zout)3 5650-44-2 Methcathinon (Ephedrone)4 39829-16-8 Metyl3(benzodioxyl-5-yl)-2,3-epoxypropanoate5 4676-39-5 Piperonyl methyl keton6 120-57-0 Piperonal7 16940-66-2 Natriumboorhydride8 75-12-7 Formamide9 4468-48-8 Apaan
Met betrekking tot de eerste zes stoffen vermeld in de tabel, is bij het Nederlands Forensisch Instituut, afgekort NFI, nagevraagd om welke stoffen het gaat en waarvoor deze stoffen worden gebruikt of kunnen worden gebruikt.
De stoffen met de nummers 1, 2 en 3 komen voor op lijst I van de Opiumwet. De stoffen 5, 6 en 9 komen voor op de bijlage van de Wet voorkoming misbruik chemicaliën. De stoffen 4, 7 en 8 komen niet voor op een van de lijsten. Uit navraag bij het NFI komt naar voren dat de vierde stof een stof is die erg lijkt op een bekende pre-precursor van PMK en al meerdere malen is aangetroffen door de douane en in illegale laboratoria. De stoffen 5 en 6 zijn bekende precursoren voor de productie van PMK respectievelijk MDMA.Stof 7, natriumboorhydride, (de stof die is aangetroffen in de koerierszending die op 7 maart 2014 ten invoer is aangegeven op Schiphol) kan in relatie tot drugs onder andere worden gebruikt bij de vervaardiging van MDA, MDMA, MDEA, amfetamine, metamfetamine en analoge verbindingen.Met betrekking tot stof 8, Formamide, is bekend dat deze stof onmisbaar is bij de productie van amfetamine.
13. Als relaas van bevindingen opgemaakt door de verbalisanten, [verbalisant 2] en [verbalisant 5] opgemaakt en ondertekend 13 oktober 2014, (…)
(…)Tijdens de doorzoeking bij [verdachte] werd onder andere een zwarte iPhone 5 in beslag genomen. Uit onderzoek bleek dat de iPhone met het nummer [004] van [betrokkene 12] is. Dit is de echtgenote van (…) [verdachte] . Het op 7 maart 2014 onderschepte postpakket is, via de invoice voorzien van het contactnummer [001] . Dit betreft een niet geregistreerd prepaid mobiel telefoonnummer (…). Dit nummer heeft contact met het telefoonnummer [004] . Dit nummer is in gebruik bij [betrokkene 12] , de vrouw van [verdachte] .
(…)Uit ambtshandeling AMB-0021 komt naar voren dat [betrokkene 4] van [C] 1 kg van CAS 39829-16-8 MethyI3-(benzodioxyl-5-yl)-2,3-epoxypropanoate (pepper epoxy methyl) en een beetje van CAS 1189805-46-6 (Mephedrone) heeft gestuurd naar [D] t.a.v. [betrokkene 5] en dat het trackingnummer van DHL [… ] is.
Verderop is in ambtshandeling AMB-0021 te lezen dat [betrokkene 4] de eerste 50 kg van CAS 39829-16-8 Methyl3-(benzodioxyl-5-yl)-2,3-epoxypropanoate (pepper epoxy methyl) heeft gestuurd. Het trackingnummer van TNT [… ] . Hiervan heeft ze nogmaals 50 kg gestuurd. Het trackingnummer hiervan is TNT [… ] .
(…)Naar aanleiding van deze bevindingen is een vordering conform artikel 126nd WvS gericht aan TNT Express Benelux. Uit de uitgeleverde bescheiden komt onder andere naar voren:
Bescheiden betreffende zending met Trackingnummer [… ] (zending 1):-Kopie van AirWayBill 166 197 181-Kopie van toestemming tot wegvoering [… ]-Kopie mededeling afhandeling [… ]-Kopie proforma invoice date 05 august 2013, [I]-Kopie factuur TNT Expres [… ] d.d. 13/09/13-Kopie print aflevering 16 augustus 2013 met paraaf.
Bescheiden met betrekking tot zending met Trackingnummer [… ] (zending 2):-Kopie van AirWayBill 166 197 252-Kopie van toestemming tot wegvoering [… ]-Kopie mededeling afhandeling [… ]-Kopie proforma invoice date 01 august 2013, [I]-Kopie factuur TNT Expres [… ] d.d. 17/09/13-Kopie print aflevering 21 augustus 2013 met paraaf.
Uit onderzoek van de hierboven vermelde bescheiden met betrekking tot zending 1 en 2 blijkt het volgende:- Op beide Airwaybill’s en Invoices staat als omschrijving vermeld "Phenyl Salicate"- Als geadresseerde staat vermeld [D] , [ j-straat 1] te [plaats] ( [ j-straat 1] te [plaats] is het voormalige woonadres van [verdachte] , thans woont daar [betrokkene 13] , geboortedatum [geboortedatum] 1939.- Op beide “print afleveringen” staat als receiver de naam [D] en het adres [ j-straat 1] te [plaats] vermeld. Als contact staat vermeld [betrokkene 5] en het telefoonnummer [005] . Als “signed by” staat vermeld [betrokkene 13] :
(…)Gezien de levering van de "natriumboorhydride" door DHL is een vordering conform artikel 126nd W.v.Sv. gericht aan DHL.
Uit de uitgeleverde stukken komen diverse leveringen naar voren. Deze zijn gerelateerd in AMB-003.
De levering van de inbeslaggenomen zending natriumboorhydride is als DOC-002 opgenomen.
Inbeslaggenomen zending natriumboorhydride:
1. Een airwaybill nummer 2654268993 gedateerd 05-03-2014, met daarop als afzender vermeld: [B] [l-straat 1] [plaats] , [l-straat 1] Contact. Ph: [006] . Als ontvanger staat vermeld [A] ., [a-straat 1] , [plaats] Contact. Ph: [001] . Als goederen omschrijving staat vermeld: Phenyl salicycate met een totaal gewicht van 20 kilogram.2. Een proforma invoice gedateerd 05-03-2014 van voornoemde afzender aan voornoemde ontvanger, inzake de 20 kg Phenyl Salicylate, met als totaal bedrag vermeld 60,00 USD. Tevens staat bij de ontvanger het BTW nummer [… ] vermeld.3. Overige documentatie betreffende voornoemde zending, zoals safety sheets en dergelijke.
Later zijn de overige leveringen nogmaals bekeken en hieruit kwam het volgende naar voren:
Een invoice (hof: zie commercial invoice DOC-0031, (…); voor een bedrag van 406 USD) met de datum 2 april 2013. Op de omschrijving staat Cover Small Parts en de invoice is gericht aan [A] . [… ] .NL, t.a.v. aan [medeverdachte] [k-straat 1] [plaats] . De afzender is [betrokkene 3] .
Een invoice (hof: zie commercial invoice DOC-0025 (…); voor een bedrag van 113 USD) met de datum 30 mei 2013. Op de omschrijving staat LCD assembly cover en is gericht aan [A] . [… ] .NL, t.a.v. aan [verdachte] , [a-straat 1] [plaats] . De afzender is [betrokkene 3] .
Uit de onder [verdachte] inbeslaggenomen computer blijkt dat er ook een pakket vanuit China was verzonden via DHL met trackingnummer [… ] . Naar aanleiding hiervan is nogmaals contact opgenomen met DHL en zijn door DHL de volgende stukken (…) uitgeleverd:
-aanbiedingsdocument trackingnummer [… ] afgeleverd op 15 juli 2013 met de tekst: signed [betrokkene 5] , receiver name [D] , receiver address [ j-straat 1] , [plaats] , The Netherlands, shipper [C] contents phenylsalicytate;-proforma invoice [B] to [D] met de omschrijving: 1 kg phenylsalicytate, totaalprijs USD 5,50;-airwaybill met nummer 4146288661 met de tekst: shipper [C] receiver [D] , [ j-straat 1] , [plaats] , Netherlands, contactpersoon [betrokkene 5] , tel.nr. [005] , content phenylsalicytate;-document “safety data sheet” over phenylsalicytate, CASnr 118-55-8, gefabriceerd door [C] .
Uit de correspondentie aangetroffen op de computer van [verdachte] blijkt dat [verdachte] in juli 2013 twee monsters heeft ontvangen van het bedrijf [B] , te weten van CAS-nummer 1189805-46-6 (mephedrone) en van CAS-nummer 39829-16-8 (pepper epoxy methyl). Deze zaten in 1 zending verpakt.
14. Als relaas van bevindingen opgemaakt door de verbalisanten, [verbalisant 3] , [verbalisant 4] en [verbalisant 5] op gemaakt en ondertekend 22 mei 2014, (…):
Op 11 maart 2014 heeft een medewerker van de douane een koerierszending gecontroleerd. De douane medewerker zag, nadat een medewerker van DHL de buitenverpakking had geopend, zilverkleurige zakjes met wit poeder. Op of omstreeks 9 april 2014 ontving de douanemedewerker de uitslag, dat het monster grotendeels bestaat uit de stof Natriumboorhydride.
Door DHL werd medegedeeld dat er volgens hun systeem meerdere zendingen waren afgeleverd door DHL ter attentie van [A]
Op 14 mei 2014 werd de schriftelijke vordering ex art. 126 nd WvS per e-mail verzonden naar het door DHL opgegeven mailadres.
Op 15 mei werd een antwoord ontvangen.
Uitlevering bescheiden:
Een airwaybill nummer 7994009936 gedateerd 3 april 2013 met daarop als afzender vermeld [C] , [n-straat 1] . Als ontvanger staat vermeld [medeverdachte] , [k-straat 1] [plaats] . Contact: Ph [003] . Het betreft 3 colli met een totaal gewicht van 22 kg met een opgegeven waarde van 406 USD.Een 4-tal screenprints van DHL inzake de verschuldigde invoerrechten van € 186,86 van voornoemde zending.
Een airwaybill nummer 9130090745 gedateerd 30 mei 2013 met daarop als afzender vermeld: [J] . Ms Frangne .... Onleesbaar... [plaats] , Als ontvanger staat vermeld [verdachte] , Contact [003] , [A] [… ] .nl, [a-straat 1] , [plaats] . Het betreft 1 colli met een totaal gewicht van 4,5 kg met een opgegeven waarde van 113 USD.
Opmerking hof: In de overwegingen in het arrest is ook nog opgenomen dat verdachte [verdachte] het adres [ j-straat 1] te [plaats] ook nadien nog heeft gebruikt voor de facturering van zijn huurauto's. Dit is echter informatie die niet in dit dossier voorkomt. Het hof merkt op dat de overweging: "Voor de toezending van de monsters en de postpakketten heeft verdachte gebruik gemaakt van het adres [ j-straat 1] te [plaats] . Dit betreft zijn voormalig woonadres en op dit adres is nu zijn opa woonachtig, genaamd [betrokkene 13] ." ook zonder deze toevoeging afdoende is voor de door het hof getrokken conclusie.’
7. De raadsman heeft tijdens de terechtzitting in hoger beroep van 2 februari 2018 blijkens het daarvan opgemaakte proces-verbaal het woord gevoerd overeenkomstig de door hem aan het hof overgelegde pleitnota, die - voor zover voor de beoordeling van het middel van belang - het volgende inhoudt (met weglating van een voetnoot):
‘Ook in deze zaak worden voorbereidingshandelingen verweten en wel in de vorm van het drietal varianten dat artikel 10a lid 2 onder sub 1, 2 en 3 kent. De rechtbank heeft slechts de derde variant bewezen verklaard, kort en goed: het voorhanden hebben van zaken. Zulks terwijl de bewezenverklaarde uitvoeringshandelingen ver buiten dit 'voorhanden' treden. Het gaat dan om: "besteld", "gekocht", "geïmporteerd" en "betaald". Dit alles heeft niets te maken met het voorhanden hebben en impliceert dit evenmin. Evenals in de zaak [… ] stelt de verdediging zich op het standpunt dat deze gedragingen ook niet onder een van de overige categorieën van sub 1 t/m 3 zijn te scharen en dat hiervan om die reden dient te worden vrijgesproken.
Ook om een tweede reden kan het vonnis niet in stand blijven. De rechtbank heeft in de bijzondere bewijsoverwegingen stilgestaan bij een aantal met naam genoemde tenlastegelegde stoffen, waarvan de rechtbank vaststelt dat ze zijn ingevoerd. De rechtbank noemt: natriumboorhydride, pepper expoxy methyl, mephedrone en piperonal. Dit zijn de stoffen waarvan de rechtbank expliciet overweegt dat ze daadwerkelijk zouden zijn ingevoerd. Opmerkelijk is echter dat in de uiteindelijke bewezenverklaring ook voorkomen: "formamide", "apaan” en "piperonyl methyl keton". Waar deze ineens vandaan komen is onduidelijk. De rechtbank heeft hiervan in ieder geval niet in de bijzondere bewijsoverwegingen vastgesteld dat ze daadwerkelijk zijn ingevoerd. Omdat van deze stoffen niet uit enig bewijsstuk blijkt dat ze daadwerkelijk "voorhanden" zijn geweest, kan van deze stoffen niet anders dan worden vrijgesproken.
(…)
In ieder geval is er geen bewijs voorhanden dat hij de tenlastegelegde stoffen voorhanden heeft gehad. Hiervoor zullen deze aantoonbaar in zijn machtssferen moeten zijn geweest. Daarvan is in geen geval sprake. In dit onderzoek doet zich immers de problematische factor voor dat slechts in één enkel geval een lading (op Schiphol) is onderschept en dat deze lading - nog los van de door hem ontkende betrokkenheid - door deze interventie dus niet in de machtssfeer van cliënt terecht is gekomen. Het voert immers aanzienlijk te ver te veronderstellen dan van het 'aanwezig hebben' (lees: 'in de machtssfeer') reeds sprake is als een besteld goed onder de macht van de expediteur onderweg is.
Indien uw gerechtshof met de verdediging deelt dat binnen de huidige tenlastelegging slechts sprake kan zijn van voorbereidingshandelingen indien sprake is geweest van het voorhanden hebben, dan dient bij alle tenlastegelegde stoffen te worden nagegaan of deze daadwerkelijk in de tenlastegelegde periode in de machtssfeer van cliënt zijn geweest. Dan dient niet alleen vast te staan dat er daadwerkelijk is geleverd, ook dient vast te staan dat deze stof is geleverd aan cliënt dan wel aan enig ander persoon waarvan het standpunt kan worden ingenomen dat cliënt ook in dat geval zaken in zijn machtssfeer heeft gehad, maar ook nog eens dat het daadwerkelijk om de stof ging waarover in (vermeend) voorafgaand contact is gesproken. Met andere woorden: als er op enig moment in het dossier wordt gesproken over allerhande stoffen en vervolgens wordt vastgesteld dat op enig moment hierop volgend een niet onderschepte lading is overgebracht, dan bestaat in alle gevallen het onoverkomelijke probleem dat onzekerheid bestaat over de inhoud van de overgebrachte lading. Daarnaast is zélfs met een levering op het adres van cliënt niet zeker of de stof ook daadwerkelijk in zijn machtssfeer terecht is gekomen.
(…)
5.2.
De zending natriumboorhydride
(…)
Zoals aangegeven hebben de zaken zich in de visie van de verdediging (…) nooit in de machtssfeer van cliënt bevonden.
→ Om deze reden verzoekt de verdediging uw gerechtshof om cliënt van het "voorhanden hebben" van de natriumboorhydride vrij te spreken.
(…)
5.4.
E-mail/chat verkeer
(…)
Hierbij komt dat mephedrone geen precursor is. Mephedrone is per mei 2012 als middel zelfstandig opgenomen op lijst 1 van de Opiumwet. Weliswaar is niet ondenkbaar dat een gedraging ten aanzien van een gereed product op enigerlei wijze als een voorbereidingshandling wordt aangemerkt, telkens zal dan wel moeten blijken dat bijvoorbeeld het voorhanden hebben van dit product dienstig is aan een toekomstige gedraging ten aanzien van dit middel. Daarvan is geen sprake is deze zaak. Hier is gewoonweg ten onrechte mephedrone voor een precursor aangezien.→ Ook om deze reden dient hier vrijspraak te volgen.’
8. Het hof heeft inzake het onder 1 bewezenverklaarde in het bestreden arrest het volgende overwogen (met weglating van verwijzingen):
‘De verdediging heeft van dit feit vrijspraak bepleit. Zij heeft daartoe - op de gronden als nader verwoord in haar pleitnota - aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat de in de tenlastelegging genoemde stoffen door verdachte zijn besteld, gekocht, geïmporteerd en betaald en dat die stoffen in de machtssfeer van verdachte zijn gekomen.
Het hof overweegt hieromtrent - grotendeels overeenkomstig de rechtbank - als volgt.
Uit de gebruikte bewijsmiddelen blijkt het volgende.
Verdachte en medeverdachte [medeverdachte] werden in de strafzaak met de naam [… ] verdacht van het medeplegen van voorbereidingshandelingen voor de productie van synthetische drugs (o.a. de invoer van apaan uit China) in de periode van 27 januari 2012 tot en met 28 juni 2012. Op 25 januari 2013 is de voorlopige hechtenis van beide personen geschorst.In februari 2013 is het bedrijf [A] vervolgens opgericht. Uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel blijkt dat [A] in hoofdzaak een groothandel in elektronische en telecommunicatie apparatuur en bijbehorende onderdelen is en dat het bedrijf actief is in de wereld van draadloze telecommunicatie. Verdachte en medeverdachte [medeverdachte] zijn ieder voor 50% aandeelhouder van dit bedrijf en zij zijn ook de bestuurders van dit bedrijf.
Op 7 maart 2014 is op Schiphol een zending ter invoer aangeboden. De zending was afkomstig van [B] en bestemd voor [A] Volgens de invoice van [B] van 5 maart 2014 zou de inhoud 20 kg phenylsalicylate bevatten, maar uit onderzoek bleek dat de zending de stof natriumboorhydride betrof. Dit is een stof die als reductiemiddel kan worden gebruikt bij de productie van amfetamine, metamfetamine, MDMA, MDA en MDEA. De partij zou moeten worden bezorgd bij [A] op het adres [a-straat 1] te [plaats] . Dit is het woonadres van verdachte. Het contacttelefoonnummer voor vervoerder DHL was [003] . Volgens het uittreksel van de Kamer van Koophandel was dit het telefoonnummer van verdachte. Het prepaid contactnummer voor de zending natriumboorhydride ( [001] ) komt voor in de telefoon van de echtgenote van verdachte.
In de administratie van [A] (welke administratie is aangetroffen in het door [A] in het verleden gehuurde pand aan de [b-straat 1] te [plaats] ) zijn schriftelijke bescheiden aantroffen waaruit blijkt dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] handel dreven met bedrijven in China. Er zijn onder andere formulieren aangetroffen waaruit blijkt van een geldtransactie van verdachte aan [betrokkene 1] bij de Western Union Money Transfer op 28 februari 2013, van een betaling door medeverdachte [medeverdachte] via Western Union op 1 maart 2013, van een commercial invoice voor een bedrag van 406 USD d.d. 2 april 2013 van [betrokkene 3] uit China aan [A] / [… ] .nl ter attentie van medeverdachte [medeverdachte] op zijn adres aan de [k-straat 1] te [plaats] en van een commercial invoice voor een bedrag van 113 USD d.d. 30 mei 2013 van [betrokkene 3] uit China aan [A] / [… ] .nl ter attentie van verdachte op zijn adres aan de [a-straat 1] te [plaats] . Uit bescheiden van DHL is gebleken van een zending uit China aan verdachte [verdachte] d.d. 30 mei april (BFK: gelet op de bewijsmiddelen 13 en 14 lees ik 30 mei) 2013 met een opgegeven waarde van 113 USD, betreffende 1 colli met een gewicht van 4,5 kg en voorts van een zending uit China gericht aan medeverdachte [medeverdachte] d.d. 3 april 2013 met een opgegeven waarde van 406 USD, betreffende 3 colli met een totaalgewicht van 22 kg.
Uit de bij verdachte in beslag genomen digitale datadragers blijkt onder meer dat er tussen [… ] @hotmail.com en [… ] @ [… ] .com in de periode van 14 mei 2013 tot en met 12 september 2013 e-mailverkeer heeft plaatsgevonden met betrekking tot bestellingen en leveringen van chemicaliën, benodigd voor het maken van synthetische drugs of producten die vallen onder de Opiumwet of de Wet voorkoming misbruik chemicaliën. In het chat-verkeer wordt gesproken over CAS-nummers, bestellingen en leveringen, over export met een verhullende en valse benaming (bijvoorbeeld als 'moisture harrier coating') en over prijzen.Uit de e-mailconversatie blijkt dat [D] in juli 2013 twee monsters van [B] heeft ontvangen van 300 gram Mephedrone (CAS-nummer 1189805-46-6 vermeld op lijst I van de Opiumwet) en van 1 kilogram Methyl3 (CAS-nummer 39829-16-8). Nadat verdachte heeft gemeld dat de monsters akkoord zijn, bestelt hij vervolgens 100 kilogram Mephedrone en 200 kilogram Methyl3 bij dezelfde firma. Door [D] wordt vervolgens gemeld dat de bestelling is betaald en door [B] wordt dan bevestigd dat de betaling is ontvangen. Per e-mail van 20 augustus 2013 geeft [D] aan dat de eerste 50 kg veilig zijn aangekomen en vraagt of zij ook aan Piperonal kunnen komen.In dezelfde laptop die onder verdachte in beslag is genomen, is ook e-mailverkeer aangetroffen over de bestelling van Piperonal tussen [D] en een andere Chinese producent/leverancier van chemicaliën genaamd [H] , in de periode van 9 september tot en met 12 september 2013. Piperonal is een categorie I-stof Wet voorkoming misbruik chemicaliën. Een zekere ' [betrokkene 8] ' van [H] geeft kort daarna aan dat een monster direct wordt verstuurd en [D] vraagt om een trackingnummer. In datzelfde e-mailverkeer schrijft [D] dat hij [betrokkene 8] wil toevoegen aan skype.In de betreffende laptop worden zogenoemde 'Skype chat-messages' aangetroffen tussen [H] en [D] , tussen [betrokkene 4] van [B] en [E] en tussen [betrokkene 3] en [E] . In het chatverkeer tussen [D] en [H] informeert [D] of het CAS-nummer 4468-48-8 geleverd kan worden en wat de prijs is. Dit CAS-nummer betreft Apaan. Tot slot is e-mailcontact aangetroffen in de periode van 15 januari 2014 tot en met 26 februari 2014 tussen [D] en [K] (het bedrijf dat Apaan heeft geleverd in het [… ] -onderzoek) over CAS-nummer 16940-66-2, Natriumboorhydride, de stof die op 7 maart 2014 als postpakket op Schiphol was onderschept.
Verdachte heeft gebruik gemaakt van zijn zwijgrecht. Bij monde van zijn raadsman heeft hij aangegeven dat hij niets van doen heeft met de aangetroffen e-mails en het chatverkeer.
De omstandigheid dat de verdachte weigert een verklaring af te leggen of een bepaalde vraag te beantwoorden ter zake van de op zijn laptop aangetroffen e-mails en het chatverkeer kan op zichzelf, mede gelet op het bepaalde in art. 29, eerste lid, Sv, niet tot het bewijs bijdragen. Dat brengt echter niet mee dat het hof, indien de verdachte voor zo'n omstandigheid die op zichzelf of in samenhang met de verdere inhoud van de bewijsmiddelen beschouwd redengevend kan worden geacht voor het bewijs van het aan hem tenlastegelegde feit, geen aannemelijke, die redengevendheid ontzenuwende, verklaring heeft gegeven, zulks niet in zijn overwegingen omtrent het gebezigde bewijsmateriaal zou mogen betrekken (vgl. HR 3 juni 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0733, NJ 1997/584; HR 5 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1315; HR 5 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1323 en HR 28 november 2017, ECLI:NL:HR:2017:3022).
Het hof is, gelijk de rechtbank, van oordeel dat verdachte achter het personage ' [betrokkene 5] ' van [D] schuilgaat. Daartoe overweegt het hof in navolging van de rechtbank ten eerste dat de e-mailwisseling en het chatverkeer is aangetroffen in de laptop die in zijn woning lag. Aan de kennelijke suggestie van de verdediging dat verdachte niet bij deze e-mailwisseling en het chatverkeer betrokken is geweest gaat het hof als ongeloofwaardig voorbij. Verdachte heeft namelijk geen enkele, laat staan een aannemelijke verklaring gegeven hoe deze e-mailwisseling en het chatverkeer door een ander op zijn laptop kan zijn gekomen.Voor de toezending van de monsters en de postpakketten heeft verdachte gebruik gemaakt van het adres [ j-straat 1] te [plaats] . Dit betreft zijn voormalig woonadres en op dit adres is nu zijn opa woonachtig, genaamd [betrokkene 13] . Verdachte [verdachte] heeft dit adres ook nadien nog gebruikt voor de facturering van zijn huurauto's.
Ook hier gaat het hof voorbij aan de suggestie van de verdediging dat deze adressen zijn gebruikt door een ander dan verdachte om de identiteit van de werkelijke koper te verhullen, nu verdachte geen enkele, laat staan een aannemelijke verklaring heeft gegeven hoe een ander dan verdachte het op die adressen geleverde vervolgens zou kunnen hebben verkregen.Verder blijkt uit de chat-messages dat [E] met [B] en [betrokkene 3] heeft geskypet. [E] is de eenmanszaak van verdachte. [betrokkene 3] heeft het over ' [verdachte] ', de voornaam van verdachte en [E] schrijft ' [betrokkene 3] '. [D] geeft in de chat-messages aan [B] aan dat [E] zijn skype-account is en dat dit een ander bedrijf van hem is. Ook hier gaat het hof voorbij aan de enkele suggestie van de verdediging dat een ander dan verdachte diens (…) voornaam ' [verdachte] ' zou hebben gebruikt, nu die suggestie door de verdediging op geen enkele manier handen en voeten is gegeven en het gebruik van de naam [verdachte] voorts moet worden gezien in samenhang met alle overige bewijsmiddelen, waardoor het hof geen enkele twijfel heeft dat met ' [verdachte] ' verdachte is bedoeld.Uit de e-mailwisseling met [betrokkene 4] van [B] van 24 juni 2013 (…) komt naar voren dat verdachte aankondigt met [betrokkene 3] binnen een uur te gaan skypen, dat uit de Skype chat- messages blijkt dat hij dat inderdaad heeft gedaan (…) en dat hij vervolgens aan [betrokkene 4] even later aankondigt dat [betrokkene 3] contact met haar zal opnemen. In de laptop zijn tot slot e-mails aangetroffen van [… ] @gmail.com en [verdachte] @ [… ] .nl.
Met betrekking tot het opzet van verdachte overweegt het hof als volgt.
De in de tenlastelegging en bewezenverklaring voorkomende begrippen 'waarvan hij weet' en 'bestemd zijn tot het plegen van het feit' moeten geacht worden aldaar te zijn gebezigd in dezelfde betekenis als daaraan toekomt in art. 10a Ow. De tenlastelegging stelt met het oog op art. 10a Ow op dit punt, gezien de onderhavige zaak, dat verdachte in de genoemde periode stoffen voorhanden had, waarvan hij wist dat zij bestemd zijn tot het voorbereiden of bevorderen van dat de strafbare feiten opgenomen in art. 10 lid 4 en 5 Ow.In de onderhavige zaak is het hof van oordeel dat bij de beantwoording van de vraag of de in art. 10a lid 1, onder 3, Ow vermelde stoffen - naar analogie van de uitleg die daaraan wordt gegeven in art. 46 Sr - afzonderlijk of gezamenlijk, naar hun uiterlijke verschijningsvorm 'bestemd zijn tot het plegen van dat feit' in de zin van deze bepaling, niet kan worden geabstraheerd van het misdadige doel dat de verdachte met het gebruik van die voorwerpen voor ogen had (vgl. HR 20 februari 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ0213). Met andere woorden: het hof legt niet de maatstaf aan of die stoffen naar hun aard of hun concreet dan wel acuut gevaarzettend karakter daadwerkelijk zouden kunnen bijdragen aan het begaan van dat misdrijf, maar legt de nadruk op de criminele intentie die volgens het hof uit het voorhanden hebben van de stoffen naar voren komt. Dit misdadige doel dat de verdachte met zijn voorbereidingshandelingen en de daarbij gebruikte stoffen voor ogen stond, blijkt naar het oordeel van het hof met voldoende bepaaldheid uit de omstandigheid dat de stoffen waar de bewezenverklaring op ziet naar hun uiterlijke verschijningsvorm in de regel worden gebruikt bij de productie van MDMA en/of MDA en/of MDEA en/of amfetamine en/of methamfetamine. Een legaal doel voor het bestellen van deze stoffen, waarvan vast staat dat deze kunnen gebruikt bij de bereiding van synthetische drugs, is niet aangevoerd of aannemelijk geworden.
Ook bij deze beoordeling kan een rol spelen of de verdachte een aannemelijke verklaring heeft gegeven voor het voorhanden hebben van de betreffende stoffen. De omstandigheid dat de verdachte weigert een verklaring af te leggen of een bepaalde vraag te beantwoorden ter zake van het voorhanden hebben van die stoffen kan, zoals hiervoor reeds is overwogen, op zichzelf, mede gelet op het bepaalde in art. 29, eerste lid, Sv, niet tot het bewijs bijdragen. Dat brengt echter niet mee dat het hof, indien de verdachte voor zo'n omstandigheid die op zichzelf of in samenhang met de verdere inhoud van de bewijsmiddelen beschouwd redengevend kan worden geacht voor het bewijs van het aan hem tenlastegelegde feit, geen aannemelijke, die redengevendheid ontzenuwende, verklaring heeft gegeven, zulks niet in zijn overwegingen omtrent het gebezigde bewijsmateriaal zou mogen betrekken.
Het hof stelt vast dat verdachte geen aannemelijke verklaring heeft gegeven voor het voorhanden hebben van de betreffende stoffen. Verdachte heeft zowel bij de politie, als bij de behandeling in eerste instantie en in hoger beroep er voor gekozen om geen verklaring af te leggen of een bepaalde vraag te beantwoorden ter zake van het voorhanden hebben van de stoffen. Het hof beschouwt de omstandigheid dat verdachte op dit punt geen aannemelijke verklaring heeft gegeven in samenhang met de verdere inhoud van de bewijsmiddelen een omstandigheid die redengevend wordt geacht voor het bewijs van het aan hem onder 1 (…) ten laste gelegde feit. Het hof acht dan ook bewezen dat verdachte opzet had op de bewezenverklaarde voorbereidings- en bevorderingshandelingen.
Kortom, het hof acht op grond van de gebruikte bewijsmiddelen en het hiervoor overwogene wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 28 februari 2013 tot en met 23 mei 2014 voormelde stoffen heeft besteld, gekocht en geïmporteerd uit China en in Nederland voorhanden heeft gehad. Dat het 'bestellen', 'kopen', 'importeren' en 'betalen' van die stoffen niets van doen zou hebben met het voorhanden hebben ervan, kan het hof niet volgen nu die handelingen hebben geresulteerd in het voorhanden hebben.
Voor het overige vinden de door de verdediging aangevoerde argumenten ter onderbouwing van haar bewijsverweren haar weerlegging reeds in de gebruikte bewijsmiddelen, zodat zij geen verdere bespreking behoeven.
Het verweer wordt daarom verworpen.’
Bespreking van de middelen
9. Het eerste middel valt in enkele deelklachten uiteen. De stellers van het middel klagen in de eerste plaats dat het hof enerzijds bewezen heeft verklaard dat de verdachte zich aan voorbereidingshandelingen schuldig heeft gemaakt door bepaalde stoffen voorhanden te hebben, en anderzijds bewezen heeft verklaard dat de verdachte de bedoelde stoffen heeft besteld, gekocht, geïmporteerd, betaald en voorhanden heeft gehad. Daaruit zou volgen dat het hof ‘allerlei voorbereidingshandelingen gericht op voorbereidingshandelingen strafbaar heeft geacht’.
10. Het hof heeft (kort gezegd) onder 1 bewezenverklaard dat de verdachte ‘stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, wist dat die bestemd waren tot’ het plegen van in het vierde en vijfde lid van art. 10 Opiumwet strafbaar gestelde feiten, hebbende hij de in de bewezenverklaring vermelde stoffen ‘besteld en gekocht en geïmporteerd en betaald en voorhanden gehad’. In dit verband heeft het hof overwogen dat het bestellen, kopen, importeren en betalen heeft geresulteerd in het voorhanden hebben van de stoffen. Het hof heeft de bewezenverklaring gekwalificeerd, zo bleek, als ‘om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd’. Uit bewezenverklaring, bewijsoverweging en kwalificatie, in samenhang bezien, volgt dat de bewezenverklaring van de andere gedragingen dan het voorhanden hebben naar het oordeel van het hof niet een daarvan losstaand, zelfstandig strafrechtelijk verwijt oplevert. Daarmee faalt de klacht, die ik aldus begrijp dat uit het bestreden arrest zou volgen dat het hof voorbereidingshandelingen van het voorhanden hebben strafbaar zou hebben geacht. Ik wijs er in dit verband nog op dat art. 10a, eerste lid, onder 3°, Opiumwet, als gedraging ook slechts het ‘voorhanden hebben’ strafbaar stelt.
11. De stellers van het middel klagen voorts dat uit de gebezigde bewijsmiddelen niet (zonder meer) kan volgen dat de verdachte de stoffen natriumboorhydride, piperonal, formamide, APAAN en piperonyl methyl keton (telkens) daadwerkelijk voorhanden heeft gehad.
12. Uit de bewijsmiddelen volgt dat op 11 maart 2014 op Schiphol een zending uit China, van [B] , voor het bedrijf [A] is gecontroleerd. Daarbij is geconstateerd dat één zakje met een wit poeder kapot was. Uit onderzoek blijkt dat het gaat om natriumboorhydride. De partij natriumboorhydride is inbeslaggenomen. Bestuurders van [A] zijn de verdachte en medeverdachte [medeverdachte] (bewijsmiddelen 1 t/m 6). Bij doorzoekingen zijn onder meer de akte van oprichting van [A] , twee (bewijzen van) moneytransfers naar personen in China en een commercial invoice inbeslaggenomen, alsmede laptops, telefoons, usb-sticks en een navigatiesysteem. Uit onderzoek van de correspondentie aangetroffen op deze datadragers komen namen naar voren van chemische stoffen (bewijsmiddelen 7 t/m 12).
13. In een Hotmail Webmail bestand is e-mailverkeer aangetroffen tussen [… ] @hotmail.com en [… ] @ [… ] .com in de periode 14 mei 2013 tot en met 12 september 2013 (bewijsmiddel 12). Deze e-mails gaan tussen [betrokkene 4] van [C] en ene [betrokkene 5] van [D] . Uit die mails kan worden afgeleid dat een sample mephedrone wordt gestuurd naar [D] ten name van [betrokkene 5] , [ j-straat 1] , [plaats] . [D] ziet later van dit monster af maar wil 50 kg mephedrone bestellen. [D] vraagt voorts om een sample methyl3-(benzodioxyl-5-yl)-2,3-epoxypropanoate en wil later meteen 100 kg bestellen. [betrokkene 4] schrijft dat zij 1 kg methyl3-(benzodioxyl-5-yl)-2,3-epoxypropanoate en een beetje mephedrone heeft verzonden. [D] schrijft later dat de mephedrone ‘is getest en dat het oké is’. Vervolgens bestelt hij 100 kg mephedrone en 200 kg methyl3-(benzodioxyl-5-yl)-2,3-epoxypropanoate. [betrokkene 4] schrijft later dat zij ‘de eerste 50 kilo verstuurd’ heeft, en nog wat later dat zij ‘weer 50kg gestuurd’ heeft. Verbalisanten relateren in bewijsmiddel 13 dat dit de methyl3-(benzodioxyl-5-yl)-2,3-epoxypropanoate betreft. [D] geeft wat later aan dat de eerste 50 kg veilig zijn aangekomen.
14. [D] vraagt ook of ze piperonyl methyl keton kunnen leveren en de prijs voor 100 kg kunnen geven. En [D] vraagt of ze piperonal kunnen leveren. Op de laatste vraag antwoordt [betrokkene 4] dat zij dit product niet hebben. Zij kan wel mephedrone en methcathinon aanbieden. [D] noemt daarna nog mogelijke andere leveranciers van piperonal. Uit e-mails tussen [… ] @hotmail.com en [… ] @ [… ] .com in de periode 9 september 2013 t/m 12 september 2013 blijkt dat laatstgenoemde schrijft dat ‘hun kleinste verpakking Piperonal 5kg bevat’, en iets later dat het monster ‘direct verstuurd’ wordt.
15. Uit de inhoud van Skype Chat Messages leidt de verbalisant af dat de verdachte de persoon achter [E] is en dat de verdachte ook de persoon achter het e-mailadres [… ] @hotmail.com is. Onderzocht zijn onder meer de Skype Chat messages tussen ‘ [D] van live: [… ] en [betrokkene 8] in de periode van 10 september 2013 tot en met 12 september 2013. Daarin staat onder meer: ‘Ik koop elke week 100kg’, een prijs per kg en informatie over adressen waar een en ander naar toe moet. En een verzoek om APAAN en mephedrone te leveren. Uit onderzoek naar berichten in de Outlook Webmailinbox blijkt onder andere dat ‘vermoedelijk op vier verschillende tijdstippen’ e-mails van [… ] @ [… ] .com zijn ontvangen met als onderwerp ‘CAS 16940-66-2 offer’. CAS 16940-66-2 staat voor natriumboorhydride. Tevens vermeldt de verbalisant dat uit het onderzoek ‘ [… ] ’ blijkt dat ‘onder andere verdachte [verdachte] van dit bedrijf grote hoeveelheden Apaan heeft afgenomen’. Via het programma FTK zijn e-mailberichten aangetroffen die gaan over formamide en piperonal (bewijsmiddel 12).
16. Dat de bestelling van 1 kg methyl3-(benzodioxyl-5-yl)-2,3-epoxypropanoate en een beetje mephedrone is verzonden, en dat twee keer 50 kg methyl3-(benzodioxyl-5-yl)-2,3-epoxypropanoate is verzonden, vindt bevestiging in onderzoek aan de hand van de trackingnummers. Gerelateerd wordt dat zich bij de bescheiden betreffende beide zendingen van 50 kg onder meer een print aflevering met paraaf bevindt. Als ‘signed by’ staat in beide gevallen [betrokkene 13] vermeld: de vermelde data zijn 16 en 21 augustus 2013. Op de airwaybill bij de inbeslaggenomen zending natriumboorhydride staat als ontvanger [A] vermeld. Twee invoices met als data 2 april respectievelijk 30 mei 2013 zijn niet te relateren aan specifieke stoffen. Uit de onder de verdachte inbeslaggenomen computer komt het trackingnummer naar voren dat hoort bij de (eerste) zending van 1 kg methyl3-(benzodioxyl-5-yl)-2,3-epoxypropanoate en een beetje mephedrone. Het bijbehorende aanbiedingsdocument vermeldt als afleverdatum 15 juli 2013 (bewijsmiddel 13). Uit onderzoek naar bij DHL beschikbare documenten blijkt dat eerder drie respectievelijk één colli uit Hong Kong bij medeverdachte [medeverdachte] respectievelijk de verdachte zijn afgeleverd (bewijsmiddel 14).
17. Als deze bewijsvoering naast de bewezenverklaring wordt gelegd, meen ik dat de klacht grotendeels slaagt. Er is natriumboorhydride naar de verdachte verzonden, deze zending is evenwel op Schiphol in beslag genomen en de natriumboorhydride is derhalve niet in de machtssfeer van de verdachte gekomen. De verdachte heeft geprobeerd piperonal te bestellen, en uit de contacten met ( [betrokkene 8] van) [… ] @ [… ] .com kan worden afgeleid dat er ook piperonal is verstuurd. Mogelijk mag uit de omstandigheid dat verbalisanten geen e-mails vermelden waarin geklaagd wordt over het niet aankomen van de piperonal zelfs worden afgeleid dat deze is aangekomen. Die weg lijkt me bij de formamide evenwel in ieder geval niet begaanbaar. Wat de APAAN betreft wordt alleen gewezen op hetgeen in het onderzoek [… ] is gebleken. En bij de piperonyl methyl keton blijkt wel van een vraag aan [betrokkene 4] , maar niet van levering.
18. Ten overvloede merk ik op dat de tenlastelegging niet alleen op art. 10a, eerste lid, onder 3°, Opiumwet is toegesneden, maar ook op art. 10a, eerste lid, onder 2°, Opiumwet. De bewijsmiddelen bevatten aanwijzingen dat de verdachte zich onder meer natriumboorhydride, piperonal en piperonyl methyl keton heeft trachten te verschaffen. Maar aan cassatie valt ook in dit licht naar het mij voorkomt niet te ontkomen. Bij formamide en APAAN ligt het minder duidelijk, en ook los daarvan voert een dergelijke hersteloperatie in cassatie naar het mij voorkomt te ver.
19. De stellers van het middel klagen ten slotte dat dat het hof niet heeft gerespondeerd op het verweer dat ‘mephedrone’ geen precursor is en daarom ook niet bestemd kan zijn om een in de Opiumwet bedoelde stof te bereiden, te bewerken, te verwerken of te vervaardigen.
20. Ook in zoverre meen ik dat het middel slaagt. Het hof vermeldt in de bewijsoverweging dat uit de e-mailconversatie blijkt dat de verdachte in juli 2013 een monster mephedrone heeft ontvangen en dat hij, nadat hij gemeld heeft dat het monster akkoord is, vervolgens 100 kg daarvan bestelt. Ik begrijp hieruit dat het hof met de in de bewezenverklaring bedoelde ‘andere chemicaliën en grondstoffen bestemd voor de productie van MDMA’ etc. (mede) het oog heeft op mephedrone. De raadsman van de verdachte heeft bestreden dat mephedrone als een grondstof bestemd voor de productie van MDMA (etc.) kan worden aangemerkt. Naar het mij voorkomt is van een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt sprake waarvan het hof is afgeweken. Dat brengt mee dat het hof in het bijzonder de redenen diende op te geven die daartoe hebben geleid. Ik merk daarbij nog op dat deze redengeving niet uit andere onderdelen van de bewijsmotivering voortvloeit. De gebezigde bewijsmiddelen houden in dit verband slechts in dat mephedrone voorkomt op lijst I van de Opiumwet (bewijsmiddel 12).1.
21. Het eerste middel slaagt.
22. Voor het geval Uw Raad daar anders over denkt, bespreek ik ook het tweede middel. Dat middel klaagt in de eerste plaats over de strafmotivering.
23. Het hof heeft de strafoplegging, voor zover in deze van belang, als volgt gemotiveerd:
‘Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf - gedeeltelijk in navolging van de rechtbank - in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich in de periode van 28 februari 2012 (BFK: 2013) tot en met 23 mei 2014 schuldig gemaakt aan strafbare voorbereidingshandelingen gericht op de productie van synthetische drugs. Hij heeft grote hoeveelheden stoffen die gebruikt kunnen worden bij de productie van synthetische drugs besteld, vervoerd, opgeslagen en aanwezig gehad. Het is algemeen bekend dat de van deze stoffen te maken verdovende middelen schade toebrengen aan de gezondheid van de gebruikers van deze middelen. Bovendien bekostigen gebruikers hun drugsgebruik vaak door diefstal of ander crimineel gedrag, waardoor schade en overlast wordt toegebracht aan anderen. Ook heeft verdachte 72 MDMA-pillen voorhanden gehad. Verdachte heeft de door hem onder 1 primair bewezen verklaarde strafbare feiten gepleegd in georganiseerd verband. Hij is daarbij planmatig te werk gegaan. De door hem gepleegde strafbare feiten zijn begaan na een periode van voorbereiding en overeenkomstig een welbewust opgesteld plan.
Naar het oordeel van het hof kan, gelet op de ernst van het bewezen verklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd, niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt.Het hof heeft daarbij mede gelet op de omstandigheid dat verdachte blijkens het hem betreffende uittreksel uit het justitieel documentatieregister d.d. 5 december 2017 reeds eerder ter zake van een Opiumwetdelict onherroepelijk is veroordeeld, hetgeen verdachte er kennelijk niet van heeft weerhouden om opnieuw een dergelijk delict te begaan.
Het hof zal aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen van 18 maanden, met aftrek van voorarrest.’
24. De stellers van het middel menen dat het hof door bij de strafoplegging te betrekken dat de verdachte het onder 1 bewezenverklaarde ‘in georganiseerd verband’ heeft gepleegd, gehandeld heeft in strijd met de onschuldpresumptie. Blijkens de toelichting doelen de stellers van het middel daarmee op de omstandigheid dat de verdachte is vrijgesproken van het ‘tezamen en in vereniging met een ander of anderen’ plegen van het onder 1 tenlastegelegde.
25. Dat het hof de verdachte heeft vrijgesproken van het medeplegen van het onder 1 tenlastegelegde en heeft veroordeeld wegens het plegen daarvan, staat er niet aan in de weg dat het hof bij de strafoplegging heeft kunnen betrekken dat het feit ‘in georganiseerd verband’ is gepleegd. Ik breng daarbij in herinnering dat voor medeplegen een ‘nauwe en bewuste samenwerking’ is vereist, en dat aan de vaststelling van een dergelijke samenwerking in rechtspraak van Uw Raad nader omschreven eisen worden gesteld. Het hof heeft met het in de strafmotivering bedoelde georganiseerde verband kennelijk niet specifiek het oog gehad op die deelnemingsvorm. Van schending van het vermoeden van onschuld is mede daarom geen sprake. De vaststelling dat een feit in georganiseerd verband is gegaan, behelst niet de vaststelling van een strafbaar feit en derhalve ook niet de voicing of suspicions terzake. Reeds op die grond faalt deze deelklacht.
26. De stellers van het middel klagen voorts over de kwalificatie van het onder 1 bewezenverklaarde voor zover inhoudend dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het meermalen plegen van voorbereidingshandelingen. Het ‘kennelijke oordeel van het hof, dat verdachte door het voorhanden hebben van meerdere stoffen’ zich schuldig heeft gemaakt aan ‘het meermalen plegen van voorbereidingshandelingen door stoffen (…) voorhanden te hebben’ zou getuigen van een onjuiste rechtsopvatting. De toelichting houdt in dat indien een strafbepaling betrekking heeft op een meervoud van voorwerpen als uitgangspunt heeft te gelden dat in geval van bewezenverklaring van het - gelijktijdig en op dezelfde plaats - handelen in strijd met die bepaling geen samenloopvraagstuk rijst omdat dan sprake is van een uit de delictsomschrijving voortvloeiende enkelvoudige kwalificatie.
27. Deze klacht neemt, zo begrijp ik, tot uitgangspunt dat het hof het ‘meermalen gepleegd’ zijn van het in art. 10a, eerste lid, onder 3°, Opiumwet bedoelde delict heeft gebaseerd op het gelijktijdig voorhanden hebben van meerdere stoffen. Naar het mij voorkomt berust de klacht aldus op een verkeerde lezing van het bestreden arrest en faalt zij daarom bij gebrek aan feitelijke grondslag. De bewezenverklaring houdt voor zover hier van belang in dat de verdachte ‘in de periode van 28 februari 2013 tot en met 23 mei 2014 (…) meermalen (…) stoffen voorhanden heeft gehad’. Blijkens de bewijsoverweging is het hof ervan uitgegaan dat er in die periode meerdere leveringen van de bedoelde stoffen hebben plaatsgevonden. In het licht daarvan heeft het hof kennelijk geoordeeld dat het strafbare feit van art. 10a, eerste lid, onder 3°, Opiumwet meermalen is gepleegd omdat de verdachte in de bewezenverklaarde periode van circa veertien maanden op verschillende tijdstippen in die bepaling bedoelde stoffen voorhanden heeft gehad om een feit als bedoeld in art. 10, vierde of vijfde lid, van die wet voor te bereiden of te bevorderen.
28. Het tweede middel faalt.
29. Het derde middel klaagt over schending van het vereiste van berechting binnen een redelijke termijn in cassatie. Aangevoerd wordt dat de inzendtermijn van acht maanden is overschreden en voorts dat Uw Raad niet binnen twee jaar nadat het cassatieberoep is ingesteld uitspraak zal doen.
30. Op 26 februari 2018 is namens de verdachte beroep in cassatie ingesteld. De stukken van het geding zijn op 15 juni 2020 op de griffie van de Hoge Raad ontvangen. Dat brengt mee dat de inzendingstermijn van acht maanden met bijna twintig maanden is overschreden. Voorts zal Uw Raad niet binnen twee jaar nadat cassatie is ingesteld arrest wijzen. Een en ander dient te leiden tot strafvermindering indien de eerste twee middelen niet leiden tot terugwijzing van de zaak. Indien dat wel het geval is, kan Uw Raad het derde middel onbesproken laten omdat het tijdsverloop bij het hof aan de orde kan worden gesteld.
31. Het eerste en derde middel slagen. Het tweede middel faalt en leent zich voor afdoening met de aan art. 81, eerste lid, RO ontleende formulering. Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding behoren te geven.
32. Deze conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak wat betreft de beslissingen over het onder 1 tenlastegelegde en de strafoplegging en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch teneinde in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 23‑03‑2021