NJ 2014/446
Afwijzing (voorwaardelijk) getuigenverzoek. Juiste maatstaf en niet onbegrijpelijk.
HR 01-07-2014, ECLI:NL:HR:2014:1587, m.nt. M.J. Borgers
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 juli 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, N. Jörg
- Zaaknummer
13/01078
- Conclusie
A-G mr. A.J. Machielse
- Noot
M.J. Borgers
- JCDI
JCDI:ADS97117:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1587, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑07‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:649, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑05‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑05‑2013
- Wetingang
Essentie
Een voorwaardelijk getuigenverzoek, waarbij de voorwaarde is vervuld, is een verzoek als bedoeld in art. 328 Sv jo art. 331 en 415 Sv. Het hof heeft bij de afwijzing van het verzoek de juiste maatstaf (noodzaak) gehanteerd. Mede gelet op hetgeen het hof ten aanzien van de bewijsvoering heeft overwogen is dat oordeel niet onbegrijpelijk en behoefde het, ook in het licht van hetgeen door de verdediging aan het verzoek ten grondslag was gelegd, geen nadere motivering.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.