RvdW 2017/180
Voorbereiden invoer cocaïne. Falende bewijsklacht. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 24-01-2017, ECLI:NL:HR:2017:63
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 januari 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, M.J. Borgers
- Zaaknummer
15/03890
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:63, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑01‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1406, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑12‑2016
Essentie
Voorbereiden invoer cocaïne. Falende bewijsklacht. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 1 mei 2015, nummer 23/000199-15, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. J. Kuijper, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T.N.B.M. Spronken:
1.
De verdachte is door het Gerechtshof Amsterdam bij arrest van 1 mei 20151. vrijgesproken van het primair ten laste gelegde en wegens het subsidiair ten laste gelegde “medeplegen van het bevorderen van een feit, bedoeld in het vijfde lid van artikel 10 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.