JWB 2007/103
Afnameovereenkomst, medededingsrecht, schuldeisersverzuim, verzuim van rechtswege
HR 23-03-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ3531 (Brocacef/FGC Farmaceutisch Gezondheidscentrum e.a.,Brocacef/Simons)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 maart 2007
- Zaaknummer
C05/284HR
- LJN
AZ3531
- Roepnaam
Brocacef/FGC Farmaceutisch Gezondheidscentrum e.a.
Brocacef/Simons
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ3531, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑03‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ3531, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑03‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑09‑2005
- Wetingang
Art. 6:262 BW; art. 6:83 sub a BW; art. 81 lid 2 EG-Verdrag
Essentie
Afnameovereenkomst, medededingsrecht, schuldeisersverzuim, verzuim van rechtswege
Samenvatting
Casus
In deze zaak staat de afwikkeling van een tussen partijen tot stand gekomen afnameovereenkomst centraal. Aan deze overeenkomst is nimmer feitelijk uitvoering gegeven en is reeds na korte tijd door verweerder – een zelfstandige apotheek - eenzijdig beëindigd. Dit is gebeurd in een situatie waarin Brocacef reeds in verzuim zou zijn geweest. De rechtbank heeft de vordering van Brocacef tot vergoeding van een geldsom toegewezen. In het principale beroep is onder meer aan de orde of de overeenkomst op grond van communautair mededingingsrecht (art. 81 lid 2 EG) nietig was en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.