V-N Vandaag 2022/1794
Bij niet-uitoefenen voorkeursrecht is ook IB verschuldigd
HR 22-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:613
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 april 2022
- Zaaknummer
20/03569
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:613, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1130, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑11‑2021
Essentie
De civiele kamer van Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de adviseur van X toerekenbaar tekort is geschoten jegens hem. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Samenvatting
X en Y exploiteren in maatschapsverband een melkvee- en varkensbedrijf. In 1994 treedt hun zoon, Z, toe tot de maatschap en zet de onderneming in 1997 alleen voort. Bij de overname bedingen X en Y een voorkeursrecht voor een van de verkochte onroerende zaken. In verband met de voorgenomen verkoop van de onroerende zaak (grond) verkoopt Z de grond aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.