BNB 2014/44
Niet-overleggen machtiging is gebrek dat tot niet-ontvankelijkverklaring kan leiden indien het niet tijdig wordt hersteld
HR 10-01-2014, ECLI:NL:HR:2014:2, m.nt. P.G.H. Albert (WOZ-zaak)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 januari 2014
- Magistraten
Mrs. Feteris, Schaap, Van Loon, Fierstra, Groeneveld
- Zaaknummer
13/02112
- Noot
P.G.H. Albert
- Roepnaam
WOZ-zaak
- JCDI
JCDI:ADS916990:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Fiscaal procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑01‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑01‑2014
- Wetingang
Art. 6:5 lid 1 onderdeel a, art. 6:6 onderdeel a en art. 8:24 lid 2 Awb
Essentie
Niet-overleggen machtiging is gebrek dat tot niet-ontvankelijkverklaring kan leiden indien het niet tijdig wordt hersteld
Samenvatting
In een WOZ-zaak heeft A namens belanghebbende een beroepschrift ingediend. De Rechtbank heeft A verzocht om binnen vier weken een schriftelijke machtiging toe te sturen, en heeft erop gewezen dat het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard als niet aan het verzoek wordt voldaan. Toen A niet tijdig aan het verzoek had voldaan, heeft de Rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. In verzet heeft A alsnog een machtiging overgelegd. De Rechtbank heeft het verzet ongegrond verklaard.
HR: Een bezwaar- of beroepschrift moet worden ondertekend ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.