Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
4.2.3 Vrijstelling paspoortvereiste
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2024
- Bronpublicatie:
18-09-2024, Stcrt. 2024, 30836 (uitgifte: 30-09-2024, regelingnummer: WBV 2024/20)
- Inwerkingtreding
01-10-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-09-2024, Stcrt. 2024, 30836 (uitgifte: 30-09-2024, regelingnummer: WBV 2024/20)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
De IND kan de aanvraag voor het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd afwijzen, als de vreemdeling niet beschikt over een geldig paspoort (zie artikel 16, eerste lid, aanhef en onder b, Vw)
In artikel 3.72 Vb is geregeld dat de aanvraag niet wordt afgewezen als de vreemdeling naar het oordeel van de IND heeft aangetoond dat hij door de autoriteiten van het land waarvan hij onderdaan is, niet of niet meer in het bezit van een geldig document voor grensoverschrijding kan worden gesteld.
Het is aan de vreemdeling om te onderbouwen dat hij door de autoriteiten van het land waarvan hij onderdaan is, niet of niet meer in het bezit gesteld kan worden van een geldig paspoort.
De vreemdeling moet daarbij ook aantonen dat hij zelf al het mogelijke heeft gedaan om door zijn eigen autoriteiten in het bezit gesteld te worden van een geldig paspoort.
Hierbij wordt onder andere het volgende betrokken:
- •
heeft de vreemdeling een oprechte inspanning geleverd om de paspoortaanvraag te onderbouwen, zoals:
- –
terugkeer naar het land van herkomst om de afgifte van een paspoort te bewerkstelligen;
- –
overleggen van alle relevante documenten, die door de autoriteiten worden verlangd voor afgifte van een paspoort;
- –
inzet van bijvoorbeeld familieleden of derden in het land van herkomst voor het verkrijgen van (bron)documenten, die nodig zijn voor het verkrijgen van een paspoort;
- •
is er een overtuigende verklaring gegeven omtrent het ontbreken van relevante documenten;
- •
de omstandigheden en administratieve praktijk in het land van herkomst; en
- •
eventuele contra-indicaties.
Verder kan de IND de volgende documenten meenemen in de afweging of een vreemdeling van het paspoortvereiste vrijgesteld kan worden:
- •
een schriftelijke verklaring van de autoriteiten van het land waarvan de vreemdeling onderdaan is, waarin de autoriteiten van dat land motiveren waarom de vreemdeling niet in het bezit wordt gesteld van een geldig paspoort.
De IND bekijkt alle overgelegde documenten en/of afgelegde verklaringen in onderlinge samenhang.
De volgende redenen leiden niet tot het oordeel dat de vreemdeling heeft aangetoond dat hij door de autoriteiten van het land waarvan hij onderdaan is, niet of niet meer in het bezit van een geldig paspoort kan worden gesteld:
- •
de vreemdeling moet terug naar het land van herkomst om daar de afgifte van een geldig paspoort te bewerkstelligen;
- •
de vreemdeling moet zijn militaire plicht vervullen in het land van herkomst voor het verkrijgen van een geldig document van grensoverschrijding;
- •
de vreemdeling kan vanwege een belastingschuld of te hoge leges geen paspoort verkrijgen; of
- •
de vreemdeling ondergaat een medische behandeling in Nederland.
Daarnaast is het mogelijk om vrijstelling te verlenen van het paspoortvereiste, als:
- •
de diplomatieke vertegenwoordiging(en) van het land, waarvan de vreemdeling onderdaan is, gesloten is/zijn en het land in oorlog verkeert;
- •
de autoriteiten alleen een paspoort willen afgeven, als de vreemdeling een geldige verblijfsvergunning voor Nederland overlegt bij zijn aanvraag om een paspoort (waarbij de vreemdeling wel een bewijs overlegt, dat hij een paspoortaanvraag heeft ingediend);
- •
de autoriteiten bij vermissing van een paspoort geen nieuw paspoort verstrekken, onder de voorwaarden dat
- –
de vreemdeling een proces-verbaal van vermissing van het paspoort kan overleggen; en
- –
het de IND bekend is dat de autoriteiten van een land van herkomst deze procedure volgen; of
- •
van de vreemdeling op dit moment in redelijkheid niet kan worden verwacht, dat hij zich tot zijn eigen autoriteiten in het land van herkomst wendt om een geldig paspoort te verkrijgen.
De IND wijst de aanvraag verder niet af wegens het ontbreken van een geldig paspoort, als de vreemdeling behoort tot een van de volgende categorieën:
- •
de vreemdeling is onderdaan van Somalië (zolang er geen internationaal erkend centraal gezag is in Somalië en Nederland de Somalische autoriteiten en door hen uitgegeven documenten niet erkent);
- •
de vreemdeling is als kind hier te lande geboren en vraagt een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor verblijf bij ouder (familie- of gezinslid) aan (alleen als de vreemdeling voldoet aan de overige voorwaarden voor verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking ‘verblijf als familie- of gezinslid’).
Ook wijst de IND de aanvraag niet af wegens het ontbreken van een geldig paspoort, als de IND ambtshalve een verblijfsvergunning verleent in het kader van de volgende verblijfsdoelen:
- •
verblijf als alleenstaande minderjarige vreemdeling (zie B8);
- •
verblijf als vreemdeling die buiten zijn schuld Nederland niet kan verlaten (zie B8).
Als de vreemdeling:
- •
dezelfde nationaliteit heeft als de referent; en
- •
de referent een asielstatus heeft;
dan verlangt de IND in beginsel dat de vreemdeling een paspoort overlegt bij de aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd. Als de vreemdeling in dat geval aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet in het bezit gesteld kan worden van een paspoort, dan stelt de IND de vreemdeling vrij van het paspoortvereiste. Als de vreemdeling zelf een asielstatus uit het buitenland heeft en geen reisdocument kan verkrijgen van het land dat de asielstatus heeft toegekend, is vorenstaande van overeenkomstige toepassing.
Als de referent een genaturaliseerde voormalig asielstatushouder is, wordt in beginsel vastgehouden aan het paspoortvereiste van de vreemdeling, tenzij de vreemdeling individuele redenen aanlevert, op grond waarvan toch van het paspoortvereiste moet worden afgezien.
Als de vreemdeling niet beschikt over een paspoort dan moet de vreemdeling op andere manieren zijn identiteit en nationaliteit kunnen aantonen, bijvoorbeeld met een identiteitskaart, geboorteakte of nationaliteitsverklaring (waarbij documenten met foto een hogere bewijswaarde hebben dan documenten zonder foto).