V-N 2019/27.14
Tevergeefs verzoek om wraking raadsheer Hoge Raad die werkzaam is geweest bij Ministerie van Financiën
HR 24-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:727, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 mei 2019
- Magistraten
Van Schendel, Van den Brink, Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
19/01491
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS54984:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Procesorde
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:727, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑05‑2019
- Wetingang
art. 8:15 Awb
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de enkele omstandigheid dat raadsheer Cools gedurende zijn vroegere werkzaamheden voor het Ministerie van Financiën betrokken is geweest bij een vaststellingsovereenkomst en het gestelde niet-nakomen van die overeenkomst door de Belastingdienst, geen zwaarwegende aanwijzing van vooringenomenheid oplevert.
Samenvatting
Mevrouw X heeft een cassatieprocedure lopen (nr. 18/02980). Bij de brief van 20 februari 2019 is aan haar meegedeeld dat op 8 maart 2019 arrest zal worden gewezen door de raadsheren J.A.C.A. Overgaauw, J. Wortel en P.A.G.M. Cools. Op 28 februari 2019 verzoekt X tot wraking van raadsheer Cools. Hoewel het wrakingsverzoek tijdig is ingediend, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.