HR, 20-09-2011, nr. S 10/04635
ECLI:NL:HR:2011:BT1981
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20-09-2011
- Zaaknummer
S 10/04635
- LJN
BT1981
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2011:BT1981, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑09‑2011; (Herziening)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2011:BT1981
- Vindplaatsen
Uitspraak 20‑09‑2011
Inhoudsindicatie
Herziening. Persoonsverwisseling. Aanvraag gegrond.
20 september 2011
Strafkamer
nr. S 10/04635
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvrage tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van de Rechtbank te Groningen van 14 november 2007, nummer 18/653050-07, ingediend door L.S. Wachters, advocaat te Groningen namens:
[Aanvrager] geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1959, wonende te [woonplaats].
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
De Politierechter heeft de aanvrager ter zake van "diefstal, gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren", gepleegd te Groningen, bij verstek veroordeeld tot het verrichten van honderd uren taakstraf, subsidiair vijftig dagen hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier weken.
2. De aanvrage tot herziening
2.1. De aanvrage tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2.2. De aanvrage berust op de stelling dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder 2°, Sv. De aanvrager voert daartoe aan dat sprake is van een persoonsverwisseling.
3. De conclusie van de Advocaat-Generaal
De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvrage gegrond zal verklaren, voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging de in de aanvrage vermelde uitspraak zal bevelen en de zaak zal verwijzen naar het Gerechtshof te Leeuwarden, opdat de zaak zal worden behandeld en afgedaan op de wijze als in art. 467, eerste lid, Sv is voorzien.
4. Beoordeling van de aanvrage
4.1. Als bijlagen bij de aanvrage zijn onder meer gevoegd:
(i) een fotokopie van een schriftelijke verklaring, onder meer inhoudende:
"(...)
Parketnummer: 18/653050-07
(...)
Naam: [aanvrager]
Voornamen: [aanvrager]
(...)
Gepleegd: 17 april 2007 in de gemeente Groningen
Hierbij verklaar ik naam [betrokkene 1], geboren op [geboortedatum] 1965 (...) dat boven vermeld persoon heb ik hem voorgedaan. Ik heb zijn naam opgegeven uit angst, dat ik voor juridisch proces zal worden vervolgd (...)";
(ii) een schriftelijke verklaring van [betrokkene 2], directeur van het bedrijf [A], inhoudende dat de aanvrager op 17 april 2007 van 07.00 uur tot 19.00 uur werkzaam is geweest op een project in Rotterdam. Aan deze fotokopie is een afgetekende urenstaat gehecht.
4.2. De inhoud van de hiervoor weergegeven stukken alsmede hetgeen in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 8 is vermeld omtrent diens bevindingen ten aanzien van de daar genoemde handtekeningen, welke bevindingen de Hoge Raad tot de zijne maakt, geeft steun aan de stelling waarop de aanvrage berust, te weten dat in de zaak die leidde tot de uitspraak waarvan herziening is gevraagd sprake is geweest van persoonsverwisseling, in die zin dat de op 17 april 2007 aangehouden persoon zich voor de aanvrager heeft uitgegeven.
4.3. Een en ander levert het ernstig vermoeden op dat de Politierechter, ware deze met de evenvermelde feiten en omstandigheden bekend geweest, de aanvrager van het hem tenlastegelegde zou hebben vrijgesproken.
5. Slotsom
Uit het vorenoverwogene volgt dat zich een omstandigheid voordoet als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder 2, Sv, zodat de aanvrage gegrond is en als volgt moet worden beslist.
6. Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart de aanvrage tot herziening gegrond;
beveelt voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van voormeld vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Groningen van 14 november 2007;
verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Leeuwarden, opdat de zaak op de voet van art. 467, eerste lid, Sv opnieuw zal worden behandeld en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren W.M.E. Thomassen en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken op 20 september 2011.