Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (herschikking)
Artikel 2 Vrijstellingen
Geldend
Geldend vanaf 28-03-2024
- Bronpublicatie:
28-02-2024, PbEU L 2024, 2024/790 (uitgifte: 08-03-2024, regelingnummer: 2024/790)
- Inwerkingtreding
28-03-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-02-2024, PbEU L 2024, 2024/790 (uitgifte: 08-03-2024, regelingnummer: 2024/790)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Deze richtlijn is niet van toepassing op:
- a)
verzekeringsondernemingen of ondernemingen die de in Richtlijn 2009/138/EG bedoelde werkzaamheden van herverzekering en retrocessie uitoefenen, wanneer zij de in die richtlijn bedoelde activiteiten uitoefenen;
- b)
personen die uitsluitend beleggingsdiensten verlenen voor hun moederonderneming, hun dochterondernemingen of andere dochterondernemingen van hun moederonderneming;
- c)
personen die een beleggingsdienst verlenen wanneer die dienst incidenteel wordt verleend in het kader van een beroepsactiviteit, indien die activiteit aan wettelijke of bestuursrechtelijke voorschriften of aan een beroepscode is onderworpen en het verlenen van de dienst op grond daarvan niet is uitgesloten;
- d)
personen die voor eigen rekening handelen in andere financiële instrumenten dan grondstoffenderivaten of emissierechten of derivaten daarvan, en die geen andere beleggingsdiensten verlenen of beleggingsactiviteiten verrichten met betrekking tot andere financiële instrumenten dan grondstoffenderivaten of emissierechten of derivaten daarvan, tenzij deze personen:
- i)
market makers zijn;
- ii)
lid zijn van of deelnemer zijn in een gereglementeerde markt of een MTF, met uitzondering van niet-financiële entiteiten die transacties uitvoeren op een handelsplatform wanneer zulke transacties deel uitmaken van liquiditeitsbeheer of objectief kan worden aangetoond dat die transacties risico’s verminderen die rechtstreeks verband houden met de commerciële bedrijvigheid of met de activiteiten betreffende het beheer van de kasmiddelen van die niet-financiële entiteiten of van groepen waartoe zij behoren;
- iii)
een techniek van hoogfrequentie algoritmische handel toepassen; of
- iv)
voor eigen rekening handelen wanneer zij orders van cliënten uitvoeren.
Personen die krachtens de punten a), i) of j) zijn vrijgesteld, hoeven niet te voldoen aan de in dit punt vastgelegde voorwaarden om te worden vrijgesteld;
- e)
exploitanten met nalevingsverplichtingen krachtens Richtlijn 2003/87/EG, die bij het handelen in emissierechten geen orders van cliënten uitvoeren en die geen beleggingsdiensten verlenen of beleggingsactiviteiten verrichten, anders dan handel voor eigen rekening, op voorwaarde dat deze personen geen techniek voor hoogfrequente algoritmische handel toepassen;
- f)
personen van wie de beleggingsdiensten uitsluitend bestaan in het beheer van een werknemersparticipatieplan;
- g)
personen die beleggingsdiensten verlenen welke alleen betrekking hebben op zowel het beheer van een werknemersparticipatieplan als het verlenen van beleggingsdiensten uitsluitend voor hun moederonderneming, hun dochterondernemingen of andere dochterondernemingen van hun moederonderneming;
- h)
leden van het ESCB en andere nationale instellingen met een soortgelijke functie in de Unie, andere overheidsinstellingen die belast zijn met het beheer van de overheidsschuld of bij dat beheer betrokken zijn in de Unie, alsmede internationale financiële instellingen die zijn opgericht door twee of meer lidstaten en die tot doel hebben middelen bijeen te brengen en financiële bijstand te verlenen ten behoeve van hun leden die te maken hebben met of bedreigd worden door ernstige financiële problemen;
- i)
instellingen voor collectieve belegging en pensioenfondsen, ongeacht of zij op het niveau van de Unie gecoördineerd zijn, alsmede de bewaarders en beheerders van deze instellingen;
- j)
personen die:
- i)
voor eigen rekening handelen, met inbegrip van market makers, in grondstoffenderivaten of emissierechten of derivaten daarvan, met uitzondering van personen die voor eigen rekening handelen bij het uitvoeren van orders van cliënten, of
- ii)
andere beleggingsdiensten dan handel voor eigen rekening in grondstoffenderivaten of emissierechten of derivaten daarvan verlenen aan de cliënten of leveranciers van hun hoofdbedrijf;
mits:
- —
dit in elk van deze gevallen afzonderlijk en op geaggregeerde basis een nevenactiviteit van hun hoofdbedrijf is op groepsbasis beschouwd;
- —
deze personen niet behoren tot een groep waarvan het hoofdbedrijf bestaat in het verlenen van beleggingsdiensten in de zin van deze richtlijn of het verrichten van activiteiten vermeld in bijlage I bij Richtlijn 2013/36/EU, of het optreden als market maker voor grondstoffenderivaten;
- —
deze personen geen techniek voor hoogfrequente algoritmische handel toepassen, en
- —
deze personen op verzoek de bevoegde autoriteit meedelen op welke basis zij hebben beoordeeld dat hun activiteit overeenkomstig de punten i) en ii) een nevenactiviteit is van hun hoofdbedrijf;
- k)
personen die tijdens het uitoefenen van een andere, niet onder deze richtlijn vallende beroepsactiviteit beleggingsadvies verstrekken mits er niet specifiek voor deze adviesverstrekking wordt betaald;
- l)
verenigingen die door Deense en Finse pensioenfondsen zijn opgericht met de uitsluitende bedoeling de activa van de deelnemende pensioenfondsen te beheren;
- m)
‘agenti di cambio’ waarvan de activiteiten en de functie geregeld zijn bij artikel 201 van de Italiaanse wet nr. 58 van 24 februari 1998;
- n)
transmissiesysteembeheerders als omschreven in artikel 2, punt 4, van Richtlijn 2009/72/EG of artikel 2, punt 4, van Richtlijn 2009/73/EG bij de uitvoering van hun taken uit hoofde van deze richtlijnen, of Verordening (EG) nr. 714/2009 of Verordening (EG) nr. 715/2009 of overeenkomstig deze verordeningen vastgestelde netwerkcodes of richtsnoeren, personen die in hun naam als dienstverlener optreden teneinde hun taak uit hoofde van die wetgevingshandelingen of overeenkomstig deze verordeningen vastgestelde netwerkcodes of richtsnoeren uit te voeren, en exploitanten of beheerders van een mechanisme voor de balancering van de energiestromen, dan wel van een pijpleidingennetwerk of van een systeem om de energielevering en -afname in evenwicht te houden, wanneer zij deze taken uitoefenen.
Deze vrijstelling is op personen die betrokken zijn bij de in dit punt genoemde activiteiten enkel van toepassing wanneer zij beleggingsactiviteiten verrichten of beleggingsdiensten verlenen in verband met grondstoffenderivaten met het oog op bovengenoemde activiteiten. Deze vrijstelling is niet van toepassing op de exploitatie van een secundaire markt, inclusief een platform voor secundaire handel in financiële transmissierechten;
- o)
CSD’s, behalve als voorzien in artikel 73 van Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad (1);
- p)
crowdfundingdienstverleners zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder e), van Verordening (EU) 2020/1503 van het Europees Parlement en de Raad (2).
2.
De bij deze richtlijn verleende rechten gelden niet voor het verlenen van diensten waarbij als tegenpartij wordt opgetreden bij transacties uitgevoerd door overheidsinstellingen die zich met de overheidsschuld bezighouden of door leden van het ESCB in het kader van de uitoefening van hun taken overeenkomstig het VWEU en Protocol nr. 4 betreffende de Statuten van het Europees stelsel van centrale banken en van de Europese centrale bank dan wel in het kader van de uitoefening van vergelijkbare taken onder toezicht van nationale bepalingen.
3.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 89 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter verduidelijking ten aanzien van lid 1, onder c), wanneer een dienst als incidentele activiteit wordt verleend.
4.
Uiterlijk op 31 juli 2021 stelt de Commissie overeenkomstig artikel 89 een gedelegeerde handeling vast teneinde deze richtlijn aan te vullen door ten behoeve van lid 1, onder j), van dit artikel de criteria te specificeren om uit te maken wanneer een activiteit moet worden aangemerkt als een nevenactiviteit van het hoofdbedrijf op groepsniveau.
In deze criteria wordt met de volgende elementen rekening gehouden:
- a)
of de netto uitstaande notionele blootstelling aan grondstoffenderivaten of emissierechten of derivaten daarvan voor afwikkeling in contanten die in de Unie worden verhandeld, met uitzondering van grondstoffenderivaten of emissierechten of derivaten daarvan die op een handelsplatform worden verhandeld, onder een jaarlijkse drempel van 3 miljard EUR ligt, of
- b)
of het kapitaal dat wordt gebruikt door de groep waartoe de persoon behoort, overwegend is bestemd voor het hoofdbedrijf van de groep, of
- c)
of de omvang van de in lid 1, onder j), bedoelde activiteiten groter is dan de totale omvang van de andere handelsactiviteiten op groepsniveau.
De in dit lid bedoelde activiteiten worden op groepsniveau bekeken.
De in de tweede alinea van dit lid bedoelde elementen omvatten geen:
- a)
intragroeptransacties als bedoeld in artikel 3 van Verordening (EU) nr. 648/2012 die liquiditeits- of risicobeheersdoeleinden voor de gehele groep dienen;
- b)
transacties in grondstoffenderivaten of emissierechten of derivaten daarvan waarvan objectief kan worden aangetoond dat zij risico’s verminderen die rechtstreeks met de commerciële bedrijvigheid of met de activiteiten betreffende het beheer van de kasmiddelen verband houden;
- c)
transacties in grondstoffenderivaten of emissierechten of derivaten daarvan die zijn aangegaan om te voldoen aan de verplichting een handelsplatform van liquiditeit te voorzien, indien deze verplichtingen zijn opgelegd door de regelgevende autoriteiten overeenkomstig het Unierecht of nationaal recht, wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, of door handelsplatforms.
Voetnoten
Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1).
Verordening (EU) 2020/1503 van het Europees Parlement en de Raad van 7 oktober 2020 betreffende Europese crowdfundingdienstverleners voor bedrijven en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1129 en Richtlijn (EU) 2019/1937 (PB L 347 van 20.10.2020, blz. 1).