NJ 2013/344
Profijtontneming. Hoofdelijke aansprakelijkheid cfm art. 36e.7 Sr eerst m.i.v. 1 juli 2011 mogelijk.
HR 04-06-2013, ECLI:NL:HR:2012:BX4604
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 juni 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, J. de Hullu, J. Wortel
- Zaaknummer
10/04665 P
- Conclusie
A-G mr J. Silvis
- Noot
Red. Aant.
- LJN
BX4604
- JCDI
JCDI:ADS127637:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BX4604, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑06‑2013
ECLI:NL:PHR:2012:BX4604, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑06‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑10‑2011
- Wetingang
Art. 36e Sr
Essentie
De mogelijkheid van het vaststellen van hoofdelijke aansprakelijkheid voor nakoming van de betalingsverplichting wegens ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel uit feiten die door twee of meer verenigde personen zijn gepleegd, is slechts mogelijk voor voordeel genoten uit na de inwerkingtreding van art. 36e lid 7 op 1 juli 2011 gepleegde feiten. Gelet hierop en op HR LJN AQ8491, NJ 2006/63 had het hof moeten vaststellen welk deel van de opbrengst van de door betrokkene en haar mededader gepleegde feiten, daadwerkelijk door haar was genoten.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.