NJ 2017/360
Financieel strafrecht. Verzoeker kan geen overtuigende verklaring geven voor storting van € 75.000 in contanten op Belgische bankrekening. Ontneming levert geen schending op van art. 6 EVRM.
EHRM 02-05-2017, ECLI:CE:ECHR:2017:0502DEC002357207, m.nt. J.M. Reijntjes (Zschüschen/België)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
2 mei 2017
- Magistraten
R. Spano, J. Laffranque, L. Bianku, N. Vučinić, P. Lemmens, J. Fridrik Kjølbro, S. Mourou-Vikström
- Zaaknummer
23572/07
- Noot
J.M. Reijntjes
- Roepnaam
Zschüschen/België
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110887:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:CE:ECHR:2017:0502DEC002357207, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 02‑05‑2017
- Wetingang
Art. 6 lid 1 en 2 EVRM
Essentie
Financieel strafrecht. Verzoeker kan geen overtuigende verklaring geven voor storting van € 75.000 in contanten op Belgische bankrekening. Ontneming levert geen schending op van art. 6 EVRM.
Samenvatting
Verzoeker opent op 31 maart 2003 een bankrekening in België en stort hierop binnen twee maanden een bedrag van € 75.000 in contanten. De bank geeft deze informatie door aan het OM, conform haar wettelijke verplichting in het kader van de nationale regelgeving ter bestrijding van witwassen. Het OM opent hierop een strafrechtelijk onderzoek naar klager. Tijdens zijn verhoor geeft klager aan dat het geld betaling voor werkzaamheden betreft, maar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.