JAR 2018/313
Welk land is gewoonlijk werkland van internationale vrachtwagenchauffeurs?
HR 23-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2165
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 november 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/03684
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Internationaal privaatrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2165, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:942, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑09‑2017
- Wetingang
Art. 7:690 BW; art. 6 EVO; art. 8 lid 2 Verordening Rome I; art. 1 Detacheringsrichtlijn
Essentie
Tien Hongaarse internationale vrachtwagenchauffeurs, in dienst van de Hongaarse vennootschap Silo-Tank, vorderen betaling van Nederlands loon op grond van art. 6 EVO dan wel art. Rome I. In de Nederlandse dochteronderneming van Silo-Tank is de cao Goederenvervoer Nederland van toepassing. De basisarbeidsvoorwaarden uit de cao GN worden niet op de Hongaarse chauffeurs toegepast. De internationale ritten van de Hongaarse chauffeurs beginnen en eindigen in Nederland, zodat Nederland volgens de chauffeurs het land is waar zij gewoonlijk hun werk verrichten, ook al worden de ritten maar voor een klein deel daadwerkelijk in Nederland gereden. Daarnaast zouden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.