Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen de Europese Unie en Georgië inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven
Artikel 4 Overname van eigen onderdanen
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2011
- Bronpublicatie:
22-11-2010, PbEU 2011, L 52 (uitgifte: 25-02-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-02-2011, PbEU 2011, L 44 (uitgifte: 18-02-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Verblijf
1.
Een lidstaat neemt, op verzoek van Georgië en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de geldende voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Georgië, mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van die lidstaat.
2.
Een lidstaat neemt ook de volgende personen over:
- a)
minderjarige ongehuwde kinderen van de in lid 1 vermelde personen, ongeacht hun geboorteplaats of nationaliteit, tenzij zij een zelfstandig verblijfsrecht in Georgië hebben, en
- b)
echtgenoten van de in lid 1 vermelde personen die een andere nationaliteit bezitten, mits zij het recht hebben of krijgen om op het grondgebied van de aangezochte lidstaat binnen te komen en te verblijven, tenzij zij een zelfstandig verblijfsrecht in Georgië hebben.
3.
Een lidstaat neemt ook personen over aan wie de nationaliteit van een lidstaat is ontnomen of die daarvan afstand hebben gedaan sinds zij het grondgebied van Georgië zijn binnengekomen, tenzij die personen ten minste een naturalisatietoezegging van Georgië hebben gekregen.
4.
Nadat de aangezochte lidstaat het overnameverzoek heeft ingewilligd, verstrekt de ter zake bevoegde diplomatieke of consulaire post van die lidstaat de over te nemen persoon, ongeacht diens wil, onverwijld en uiterlijk binnen drie werkdagen het voor zijn terugkeer vereiste reisdocument met een geldigheidsduur van negentig dagen. Indien de aangezochte lidstaat niet binnen drie werkdagen het reisdocument heeft afgegeven, wordt hij geacht in te stemmen met het gebruik van het Georgische standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden.
5.
Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen, verlengt de bevoegde diplomatieke of consulaire post van de aangezochte lidstaat binnen drie werkdagen de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt hij zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Indien de aangezochte lidstaat niet binnen drie werkdagen het nieuwe reisdocument heeft afgegeven of de geldigheidsduur heeft verlengd, wordt hij geacht in te stemmen met het gebruik van het Georgische standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden.