NJ 2019/314
Voorwaardelijke OBM opgelegd. Hof heeft verzuimd om aftrek als bedoeld in art. 179 lid 6 WVW 1994 toe te passen. Geen belang bij vernietiging arrest.
HR 09-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1081
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 juli 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
17/04039
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS73180:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1081, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:459, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑05‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑01‑2018
- Wetingang
Art. 27 lid 1 Sr; art. 179 lid 6 WVW 1994; art. 80a RO
Essentie
Het hof heeft voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid opgelegd. Het verzuim van het hof om de aftrek als bedoeld in art. 179 lid 6 WVW 1994 toe toepassen, leidt wegens gebrek aan belang niet tot vernietiging van ’s hofs arrest.
Samenvatting
In zijn arrest van 19 maart 2013, NJ 2013/246 heeft de Hoge Raad ten aanzien van uitspraken waarin is verzuimd de aftrek van art. 27 lid 1 Sr te bevelen geoordeeld dat de verdachte in cassatie niet een voldoende te respecteren belang heeft bij vernietiging op dat punt. De gronden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.