Einde inhoudsopgave
Besluit bijzondere militaire pensioenen
Artikel 10 Het bedrag van het wezenpensioen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Bronpublicatie:
14-09-2001, Stb. 2001, 415 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-09-2001, Stb. 2001, 415 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid nabestaanden / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
Het wezenpensioen en het tijdelijk wezenpensioen bedragen van het in artikel 9, eerste lid, bedoelde invaliditeitspensioen:
- a.
indien aan hetzelfde overlijden door de verzorger van de wees recht op een partnerpensioen of tijdelijk partnerpensioen, dan wel recht op een bijzonder partnerpensioen ingevolge dit besluit of het pensioenreglement wordt ontleend, een zevende gedeelte en,
- b.
in alle andere gevallen, twee zevende gedeelten.
2.
Het gezamenlijk bedrag van de wezenpensioenen of tijdelijke wezenpensioenen gaat een bedrag, gelijk aan vijf zevende gedeelten van het pensioen waarvan zij zijn afgeleid niet te boven.
3.
Indien wegens toepassing van het vorige lid de wezenpensioenen of tijdelijke wezenpensioenen een vermindering moeten ondergaan, geschiedt deze in evenredigheid naar de omvang van de onverminderde bedragen daarvan.
4.
Op de krachtens de voorgaande leden toe te kennen wezenpensioenen of tijdelijke wezenpensioenen wordt zoveel procent van de Anw-uitkering van de rechthebbende in mindering gebracht als de te hanteren mate van invaliditeit met dienstverband beloopt.
5.
De rechthebbende op een wezenpensioen of tijdelijk wezenpensioen heeft vanaf de eerste dag van de maand waarin hij de leeftijd van 15 jaar bereikt recht op een toeslag ten bedrage van 15 procent van zijn krachtens de voorgaande leden vastgesteld pensioen. Deze toeslag bedraagt niet meer dan 15 procent van € 32 812,76 en behoort voor de verdere toepassing van dit besluit tot het wezenpensioen.
6.
Het wezenpensioen en het tijdelijk wezenpensioen worden uitbetaald voor zolang en voor zover met die pensioenen het krachtens het pensioenreglement aan dezelfde militaire dienstverhouding te ontlenen wezenpensioen, inclusief de daarop verleende toeslagen, wordt overschreden.