Einde inhoudsopgave
Algemene douaneregeling
Artikel 6:4
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2020
- Redactionele toelichting
De toelichting bij deze wijziging is gecorrigeerd via een rectificatie (28-07-2020).
- Bronpublicatie:
25-06-2020, Stcrt. 2020, 35213 (uitgifte: 29-06-2020, regelingnummer: 2020-0000119455)
- Inwerkingtreding
01-07-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-06-2020, Stcrt. 2020, 35213 (uitgifte: 29-06-2020, regelingnummer: 2020-0000119455)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Agrarisch recht (V)
Douane (V)
Fiscaal strafrecht (V)
Schepen en luchtvaartuigen hoeven niet te worden aangebracht bij een douanekantoor van uitgang indien:
- a.
de eerste haven of luchthaven van bestemming is gelegen binnen het douanegebied van de Unie;
- b.
geen goederen aan boord zijn waarvoor bij de uitvoer, wederuitvoer, dan wel met het oog op de verkrijging van kwijtschelding of terugbetaling van rechten bij invoer of andere belastingen aan het douanekantoor van uitgang formaliteiten moeten worden vervuld;
- c.
op de aan boord aanwezige goederen geen verboden of beperkingen als bedoeld in artikel 1:1, vijfde lid, van de wet bij het verlaten van het douanegebied van de Unie van toepassing zijn of zouden zijn; en
- d.
het schip of luchtvaartuig in de Unie thuishoort.