Regeling loonbelasting- en premietabellen 1990
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2012
- Bronpublicatie:
31-12-2018, Stcrt. 2018, 72059 (uitgifte: 31-12-2018, regelingnummer: IZV 2018-0000208765)
- Inwerkingtreding
01-01-2019, terugwerkend tot: 01-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-12-2018, Stcrt. 2018, 72059 (uitgifte: 31-12-2018, regelingnummer: IZV 2018-0000208765)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Loonbelasting (V)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
Premieheffing (V)
1.
Als loonbelasting- en premietabellen voor de eindheffing worden vastgesteld:
- a.
de eindheffingstabellen voor werknemers die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet hebben bereikt;
- b.
de eindheffingstabellen voor werknemers die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, hebben bereikt.
2.
Voor de toepassing van de tabellen eindheffing geldt als jaarloon het jaarloon in de zin van artikel 26 van de Wet op de loonbelasting 1964, met dien verstande dat voor eindheffingsbestanddelen als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de loonbelasting 1964 als jaarloon geldt: het loon over het jaar, onderscheidenlijk de jaren waarop de op te leggen naheffingsaanslag betrekking heeft.
3.
Bij het opleggen van een naheffingsaanslag wordt, voor zover de naheffing betrekking heeft op eindheffingsbestanddelen als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdeel c, van de Wet op de loonbelasting 1964, in afwijking van het tweede lid, onderdeel a, onder 1°, van dat artikel, in zoverre de verschuldigde belasting bepaald aan de hand van de in die onderdelen voor die eindheffingsbestanddelen bedoelde tarieven.