RVR 2016/110
Uitvoerbaar-bij-voorraadverklaring. Bestaat voldoende aanleiding om de executie van het vonnis in eerste aanleg te schorsen?
Hof Amsterdam 24-05-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2016
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
24 mei 2016
- Magistraten
Mrs. L.R. van Harinxma thoe Slooten, D.J. van der Kwaak, J.C. Toorman
- Zaaknummer
200.184.004/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924670:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2016:2016, Uitspraak, Hof Amsterdam, 24‑05‑2016
- Wetingang
Essentie
Uitvoerbaar-bij-voorraadverklaring. Schorsing. Zekerheidstelling.
Bestaat voldoende aanleiding om de executie van het vonnis in eerste aanleg te schorsen? Wanneer kan zekerheidstelling als voorwaarde aan de uitvoerbaar-bij-voorraadverklaring worden verbonden?
Samenvatting
In eerste aanleg is appellante als gevolg van ontbinding van drie koopovereenkomsten veroordeeld om een boete van € 392.500 te betalen aan X Beheer. De veroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Appellante heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld. In een incidentele vordering verzoekt appellante de executie van het vonnis te schorsen (ex. art. 351 Rv) dan wel de voorwaarde van zekerheidstelling aan de uitvoerbaarverklaring te verbinden (ex ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.