Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/2115 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013
Artikel 148 Maatregelen om specifieke problemen op te lossen
Geldend
Geldend vanaf 07-12-2021
- Bronpublicatie:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2115)
- Inwerkingtreding
07-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2115)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Agrarisch recht (V)
Milieurecht / Algemeen
EU-recht / Marktintegratie
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
Om specifieke problemen op te lossen, stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast die in een spoedeisende situatie noodzakelijk en te rechtvaardigen zijn. Die uitvoeringshandelingen mogen afwijken van de bepalingen van deze verordening, doch slechts voor zover en zolang dat strikt noodzakelijk is. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 153, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
2.
Indien naar behoren gemotiveerde dwingende redenen van urgentie dit vereisen, en om specifieke problemen als bedoeld in lid 1 op te lossen en in uitzonderlijke omstandigheden de continuïteit van het strategisch GLB-plan te waarborgen, stelt de Commissie onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vast overeenkomstig de in artikel 153, lid 3, bedoelde procedure.
3.
Maatregelen die krachtens de leden 1 of 2 zijn vastgesteld, blijven van kracht voor een periode van maximaal twaalf maanden. Indien de in die leden bedoelde specifieke problemen na deze periode blijven bestaan, kan de Commissie met het oog op een definitieve oplossing een passend wetgevingsvoorstel indienen.
4.
De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad binnen twee werkdagen na vaststelling van krachtens de leden 1 of 2 vastgestelde maatregelen in kennis van die maatregelen.